Asana (AH-sah-na) – Vertaalt als “zitplaats”, maar verwijst naar de fysieke houdingen van een yogabeoefening.
Ayurveda (i-yur-vay-dah) – Vaak aangeduid als de “zusterwetenschap” van Yoga, het is een praktijk en genezingssysteem, gebaseerd op de natuur en haar 5 elementen (lucht, aarde, vuur, ruimte en water).
Bandha – “Inwendig slot;” gebruikt voor het controleren van de energie in het lichaam tijdens yoga beoefening. De drie bandha’s die in de meeste vormen van hatha yoga worden onderwezen zijn wortelslot, buikslot en keelslot
Chakra’s – Het woord chakra vertaalt zich in wiel. Chakra’s zijn wielen van energie in het subtiele niveau van het bestaan, die helpen om prana, of levenskrachtenergie, te assimileren en te organiseren. Onze 7 primaire chakra’s bevinden zich in het lichaam langs de lijn van de ruggengraat vanaf de bekkenbodem tot aan de kruin van het hoofd, en helpen bij het besturen van verschillende aspecten van ons leven.
Chaturangua Dandasana – “Vier-benige-stok-houding,” of “Lage Plank.” Dit is het onderste deel van een yoga push-up en een deel van een Sun-Salutation; de basis van veel Hatha Yoga lessen.
Drishti – Vertaald als “Punt van Focus”, en verwijst naar waar je je ogen op richt als je houdingen beoefent die je evenwicht uitdagen, tijdens Pranayama (ademhalingsoefeningen) of meditatie.
Mantra – Meestal een woord of een fase, die meestal in de geest wordt herhaald om diepe focus te helpen cultiveren, terwijl een gevoel van kalmte, gevoel, manier van zijn, of intentie wordt opgeroepen.
Meditatie – Betekent “vertrouwd raken met”, en is de beoefening van volledige concentratie wanneer de geest volledig gericht is op een enkel punt, of dat nu een mantra, een object, de adem, het lichaam, of gewoon het observeren van de stroom van gedachten in de geest is.
Mudra (moo-dra) – Het woord mudra betekent “zegel” of “gebaar”, meestal beoefend met de handen, maar kan ook het hele lichaam omvatten, en wordt gebruikt om een energetische stroom af te sluiten en te helpen een intentie of manier van zijn te manifesteren.
Namaste (na-mah-stay) – Een Hindoe-groet die betekent: “Ik buig voor jou”, en die gebruikt wordt om een yogales af te sluiten, met de eervolle uitdrukking van “Het goddelijke in mij erkent en eert het goddelijke in jou.” Namaste wordt altijd aangeboden met Anjali of gebeds mudra, waarbij de handpalmen voor het hart worden gesloten.
Om – De universele klank, vaak gebruikt om een yogabeoefening af te sluiten, en heeft bij uitsplitsing 3 lettergrepen, die elk hun eigen specifieke functie vertegenwoordigen. “Ah” staat voor creatie, “Ooo” voor behoud, en “Mmmm” voor transformatie.
Prana – Vaak aangeduid als “levenskrachtenergie”, maar nauwkeuriger vertaald als “constante beweging”, want Prana is de vibrerende kracht die alle levende wezens bezielt. In de Chinese geneeskunde wordt Prana “Chi” genoemd.
Pranayama – Is het beheersen van de levenskrachtenergie door middel van ademhalingstechnieken.
Sanskriet – Is de klassieke Indiase taal die in yoga wordt gebruikt om yogahoudingen en -sequenties te definiëren. Dit is geen vereiste om aan de lessen deel te nemen! 🙂
Savasana – Corpse pose; eindontspanning. Wordt meestal uitgevoerd aan het einde van elke Hatha Yoga les, ongeacht de stijl. Vaak wordt gezegd dat dit het belangrijkste deel van de les is.
Ujjayi (oo-jai-ee) – Is een hoorbare ademhalingstechniek die wordt geproduceerd door een lichte samentrekking van de keelspieren, waardoor bij elke inademing en uitademing een oceaanachtig geluid achter in de keel ontstaat. Deze vorm van ademhaling is uitstekend voor het creëren van interne warmte terwijl het een diepe focus in de geest cultiveert.
Vinyasa – Vertaalt als “op een speciale manier plaatsen” en wordt in de les meestal flow genoemd. Bewegen in en door houdingen gesynchroniseerd met de ademhaling.