Worden we geboren met een aangeboren moreel kompas of is het iets dat we ontwikkelen naarmate we opgroeien?
Over de vraag of mensen goed of slecht worden geboren, wordt al eeuwenlang gedebatteerd door filosofen. Aristoteles beweerde dat moraliteit aangeleerd is, en dat we geboren worden als “amorele wezens”, terwijl Sigmund Freud pasgeborenen beschouwde als een morele blanco lei. Iedereen die “Lord of the Flies” heeft gelezen, verwacht dat kinderen volwaardige sociopaten zijn die wachten om bevrijd te worden uit hun door volwassenen opgelegde ketenen om (spoiler alert) een sekte te beginnen en op brute wijze te proberen elkaar te vermoorden.
De twee beroemdste tegengestelde visies op dit debat zijn misschien wel die van Thomas Hobbes en Jean-Jacques Rousseau. Hobbes beschrijft de mens als ‘gemeen’ en ‘bruut’, die de maatschappij en regels nodig heeft om zijn instincten in toom te houden om te kunnen gedijen; later bekritiseerde Rousseau hem openlijk door te stellen dat de mens zachtaardig en zuiver zou zijn zonder de corruptie van hebzucht en ongelijkheid die wordt veroorzaakt door het klassensysteem dat door onze maatschappij wordt opgelegd.
Uit recente studies in de ontwikkelingspsychologie blijkt dat er wellicht een zeker natuurlijk “goed” in de mensheid schuilt (of, om technischer te zijn, dat kinderen in ieder geval in staat zijn om op jongere leeftijd dan eerder werd gedacht een moreel oordeel te vellen).
Eén van de studies die in “Babies: Their Wonderful World” werd uitgevoerd om aan te tonen of en op welke leeftijd peuters een voorkeur vertoonden voor “goed” gedrag.
Daartoe moesten baby’s van minder dan een jaar kijken naar een poppenkastvoorstelling waarin verschillende gekleurde vormen handelden op een manier die duidelijk herkenbaar was als moreel goed of fout.Een rode cirkel wordt getoond die worstelt om een heuvel te beklimmen, terwijl een “slecht” blauw vierkant probeert om hem weer naar beneden te duwen. Ondertussen probeert de “goede” gele driehoek de rode cirkel te helpen door hem omhoog te duwen.
Na het toneelstukje werd de baby’s gevraagd met welke vorm ze wilden spelen: het kwade blauwe vierkant of de goede gele driehoek. Zoals je misschien al geraden had, kozen ze allemaal voor de laatste, de driehoek die ‘behulpzaam’ en ‘onbaatzuchtig’ gedrag vertoonde. Dit gold zelfs voor baby’s van zeven maanden oud.
De scène herhaalt de bevindingen van een onderzoek uit 2010 van het Infant Cognition Center aan de Yale University, dat verder ging om aan te tonen dat baby’s de poppen kozen vanwege hun acties in plaats van andere variabelen (bijvoorbeeld een aangeboren voorkeur of bekendheid met een bepaalde kleur of vorm). Wanneer de show werd herhaald met de vormen in de tegenovergestelde rol, kozen de baby’s nog steeds meestal voor de vorm die de rol van het ‘hulpje’ had aangenomen.
Een onderzoek uit 2017 van de universiteit van Kyoto had een vergelijkbare aanpak en bevindingen als het poppetjesonderzoek, en lijkt deze resultaten te bevestigen. Kinderen van zes maanden oud kregen video’s te zien met drie Pacman-achtige personages, ‘agenten’ genoemd: een ‘slachtoffer’, een ‘bullebak’ die agressief tegen het slachtoffer botst en het tegen een muur plet, en een ‘derde partij’-agent. De agent van de derde partij kwam soms tussenbeide om het slachtoffer te helpen door zich tussen het slachtoffer en de pestkop te plaatsen, en vluchtte soms in plaats daarvan.
Andere studies hebben ook aangetoond dat baby’s altruïstisch gedrag vertonen, zoals de ‘Big Mother Study’ van Harvard, waarbij baby’s die niet wisten dat ze werden geobserveerd toch vriendelijk en behulpzaam waren voor anderen, wat suggereert dat dit niet alleen aangeleerd gedrag is om straf of controle te vermijden.
Hoewel deze studies de meer pessimistische opvattingen van Freud en Hobbes over de menselijke natuur niet volledig kunnen weerleggen, lijken ze er wel op te wijzen dat baby’s van nature geneigd zijn tot altruïstisch gedrag en dat ouders er redelijk op kunnen vertrouwen dat, hoewel hun kinderen op een onbewoond eiland achterlaten waarschijnlijk nog steeds niet het beste idee is, ze in ieder geval niet zullen proberen de zwakste te pletten met een steen (sorry, William Golding).