Gezamenlijke fabricage
Deze Amerikaanse industriepionier liet als zijn nalatenschap een fabricagesysteem na, bloeiende molensteden en een humanitaire houding tegenover arbeiders.
Breng industrie naar Amerika
In slechts zes jaar tijd bouwde Francis Cabot Lowell een Amerikaanse textielverwerkende industrie op. Hij werd geboren in Newburyport, Massachusetts in 1775, en werd een succesvol koopman. Tijdens een reis naar Engeland op 36-jarige leeftijd raakte hij onder de indruk van de Britse textielfabrieken. Net als Samuel Slater voor hem werd Lowell geïnspireerd tot het oprichten van een eigen productiebedrijf in de Verenigde Staten.
Risk Takers
In 1813, terug in Boston, vormde Lowell samen met enkele partners de Boston Manufacturing Company. Lowell nam het voortouw bij zowel technische als zakelijke beslissingen. Ze introduceerden een elektrisch weefgetouw, gebaseerd op het Britse model, met aanzienlijke technologische verbeteringen. En ze vonden een nieuwe manier om aan geld te komen: ze verkochten aandelen van 1000 dollar in het bedrijf (elk meer dan 10.000 dollar waard in dollars van 2002). De door hen bedachte aandeelhoudersvennootschap zou al snel de methode bij uitstek worden voor het structureren van nieuwe Amerikaanse bedrijven.
Geïntegreerde productie
Het bedrijf bouwde een hoog bakstenen fabrieksgebouw naast de Charles River in Waltham, Massachusetts, en integreerde diverse mechaniseringstechnologieën om ruwe katoen om te zetten in stof. De fabriek in Waltham integreerde de verschillende taken onder één dak en gaf daarmee de aanzet tot wat het Amerikaanse fabriekssysteem van de 19e eeuw zou worden. Waltham-doek werd onmiddellijk populair.
Molenmeisjes
Een andere innovatie van Lowell was het aannemen van jonge boerenmeisjes om in de fabriek te werken. Hij betaalde hun lagere lonen dan mannen, maar bood hun voordelen die veel meisjes, sommige nog maar 15 jaar oud, graag wilden verdienen. De meisjes woonden in schone bedrijfspensions met chaperonnes, werden contant betaald en konden profiteren van religieuze en educatieve activiteiten. Toen Lowell in 1817 aan een ziekte overleed, liet Lowell zijn Boston Manufacturing Company achter, klaar om uit te breiden en de investeerders rijkelijk te belonen. In 1821 werden dividenden uitgekeerd tegen een verbazingwekkende 27,5%. In 1822 noemden Lowells partners een nieuwe fabrieksstad aan de Merrimack River Lowell, naar hun visionaire leider. New England was begonnen aan de transformatie van zijn economie van landbouw naar industrie.