Bijna alle hondenliefhebbers weten waarom hun harige vrienden hijgen na een wandeling in de verstikkende Texaanse zomerhitte, maar heb je je ooit afgevraagd waarom hijgen de primaire manier is waarop onze honden metgezellen afkoelen? Of waarom ze alleen via hun poten en neuzen zweten? En hebt u zich ooit afgevraagd waarom uw hond zonder reden midden in de nacht begint te hijgen?
Wat is hijgen?
Hijgen is een belangrijk mechanisme om de warmte te verminderen. De luchtverplaatsing tijdens het hijgen is strikt beperkt tot de bovenste luchtwegen, die eindigen waar de luchtpijp (trachea) zich begint te vertakken. Het resultaat is dat koele buitenlucht tijdens het hijgen warmte van het lichaam absorbeert en de verdamping van speeksel in de mond en de luchtwegen mogelijk maakt, waardoor de lichaamstemperatuur langzaam daalt1 (Goldberg et al., 1981). Hijgen is een inefficiënte manier om af te koelen, vooral in de verstikkende hitte die zo gebruikelijk is in Texas. Een belangrijke reden waarom hijgen inefficiënt is, is dat honden geëvolueerd zijn om zoveel mogelijk van hun lichaamswarmte vast te houden, wat de belangrijkste reden is waarom honden alleen via hun voetzolen en neuzen zweten.
Pijn en angst veroorzaakt hijgen
Als uw hond willekeurig hijgt in het midden van de nacht in uw perfect geklimatiseerde huis, wat zou dan de oorzaak kunnen zijn van dergelijk gedrag? De drie meest voorkomende redenen voor hijgen zonder een duidelijke temperatuurgerelateerde oorzaak zijn pijn, angst en ziekte.
Als honden tekenen van stress of pijn vertonen, zoals tijdens een Texaans zomers onweer of door pijnlijke gewrichten, verhoogt hun lichaam snel de cortisolproductie, wat leidt tot overmatig hijgen. Cortisol is een steroïdhormoon dat wordt geproduceerd door de bijnieren, endocriene klieren die een verscheidenheid aan hormonen produceren, waaronder adrenaline en de steroïden aldosteron en cortisol, en dat nuttig is bij het omgaan met normale hoeveelheden stress. Onder normale omstandigheden is cortisol nuttig bij het reguleren van de stofwisseling, de zout- en waterbalans en de bloedsuikerspiegel, om maar een paar functies te noemen. Bij overmatige productie zal het extra cortisol het metabolisme verhogen, wat leidt tot een interne stijging van de lichaamstemperatuur en overmatig hijgen2 (Dresche en Granger, 2005). Elke bron van stress, angst of pijn voor uw hond kan hetzelfde effect veroorzaken. Naast cortisolverhogingen kunnen ook medicijnen zoals prednison, die cortisol nabootsen, hijgen veroorzaken.
Ziektegerelateerd hijgen
In geval van ziekte zal elk proces dat een verhoging van de ademhalingsfrequentie (aantal ademhalingen per minuut) veroorzaakt, vaak hijgen veroorzaken als de ademhaling snel genoeg is. Zulke ziekteprocessen zijn hartfalen, longaandoeningen en stofwisselingsstoornissen, om er maar een paar te noemen. Een ziekte die het cortisolniveau verhoogt, is de ziekte van Cushing. Honden die aan deze aandoening lijden, hijgen niet alleen veel te veel, maar krijgen ook een dikke buik, hebben overmatige dorst en urineren, en hun huid en vacht zien er ondoordacht uit.
Hoe hijgen te herkennen
De beste manier om te weten of uw hond hijgt of snel ademhaalt, is door eerst de normale ademhalingsfrequentie te kennen, die in rust tussen 10 en 40 ademhalingen per minuut ligt. Als u op enig moment niet zeker weet of de ademhaling abnormaal is, bel dan uw dierenarts.
Wanneer u ziet dat uw viervoetige familielid begint te hijgen, bedenk dan dat dit een mogelijk teken kan zijn van ongemak, oververhitting of ziekte. Uw dierenarts kan inzicht geven in waarom uw hond kan hijgen zonder duidelijke verklaring, dus bespreek alle vragen over hijgen tijdens uw volgende bezoek met uw andere huisarts.
1. Goldberg, Marcia B.; Langman, V.A.; Taylor, Richard C. “Panting in Dogs: Paths of Airflow in Response to Heat and Exercise.” Rspiration Physiology. March 1981, Vol 43, Issue 3, 327-338.
2. Dresche, Nancy A. and Douglas A. Granger. “Physiological and Behavioral Reactivity to Stress in Thunderstorm-Phobic Dogs and Their Caregivers.” Applied Animal Behaviour Science. December 2005, Volume 95, Issues 3-4, 153-168.