In zijn boek Theory and Practice of Group Psychotherapy, schetst Irvin D. Yalom 11 principes van groepstherapie, die hij aanduidt als “de 11 primaire factoren.”
De volgende secties van dit artikel zullen deze 11 principes uit het boek schetsen.
Instillatie van hoop
Therapeuten kunnen hoop bij groepsleden instilleren door te erkennen wanneer huidige en voormalige leden vooruitgang boeken in de richting van hun doelen.
Groepen bestaan meestal uit mensen in verschillende stadia van behandeling.
Volgens Theory and Practice of Group Psychotherapy geeft het kijken naar mensen die op dit moment een soortgelijk probleem ervaren of ervan herstellen, andere groepsleden hoop dat zij ook positieve behandelresultaten zullen hebben.
Universaliteit
Groepstherapie brengt mensen die soortgelijke ervaringen hebben bij elkaar.
Het ontmoeten van andere mensen die herstellen van of werken aan soortgelijke problemen helpt mensen zich te realiseren dat ze niet alleen zijn, volgens The Theory and Practice of Group Psychotherapy.
Het boek stelt ook dat het begrijpen van de universaliteit van hun ervaringen mensen kan helpen hun fysieke en emotionele isolatie te doorbreken.
Informatie geven
Groepsleden en therapeuten kunnen elkaar helpen door informatie te delen en advies te geven.
Altruïsme
Groepsleden kunnen elkaar steunen, geruststellen en helpen om gedurende de behandeling beter te worden.
Volgens Theory and Practice of Group Psychotherapy helpt dit om hun gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen te verbeteren.
De corrigerende recapitulatie van de primaire familiegroep
De Theorie en Praktijk van Groepspsychotherapie stelt dat therapiegroepen vaak lijken op familiegroepen, met een of twee ouderlijke gezagsfiguren en enkele leeftijdsgenoten broers en zussen.
In groepstherapiesessies kunnen mensen hun vroege jeugdervaringen en -dynamiek confronteren met deze “ouders en broers en zussen.”
Ze kunnen leren hoe deze vroege ervaringen hun persoonlijkheid hebben gevormd en identificeren welke gedragingen en overtuigingen niet behulpzaam of destructief zijn in hun leven.
Ontwikkeling van socialisatietechnieken
Volgens Theory and Practice of Group Psychotherapy kunnen groepsleden corrigerende feedback geven en ontvangen die hen kan helpen bij sociale interacties buiten de groep.
Imitatief gedrag
Groepsleden kunnen het gedrag imiteren dat ze observeren bij meer oudere leden of therapeuten.
Daardoor kunnen groepsleden zichzelf beter leren begrijpen, aldus Theorie en Praktijk van Groepspsychotherapie.
Interpersoonlijk leren
De therapiegroep weerspiegelt het sociale universum van het individu, aldus Theorie en Praktijk van Groepspsychotherapie.
Door feedback en zelfobservatie kunnen groepsleden zich bewust worden van de sterke kanten en beperkingen van hun interpersoonlijk gedrag.
Groepscohesie
Als deel van een groep met een gemeenschappelijk doel kunnen leden het gevoel krijgen erbij te horen, volgens Theory and Practice of Group Psychotherapy.
De auteur zegt dat leden zich daardoor meer op hun gemak voelen om zich open te stellen voor de groep.
Catharsis
Het delen van gevoelens, ervaringen en pijn met een groep kan mensen helpen woede en opgekropte emoties los te laten.
Volgens Theorie en Praktijk van Groepspsychotherapie kan dit proces leiden tot plotselinge inzichten die de manier veranderen waarop mensen het leven waarnemen en erop reageren.
Existentiële factoren
Groepstherapiesessies bieden ruimte en tijd aan mensen om ongemakkelijke existentiële factoren, zoals verlies en dood, te onderzoeken, aldus Theorie en Praktijk van Groepspsychotherapie.
Groepsleden kunnen ook een sterker gevoel van zelfredzaamheid ontwikkelen door te leren begrijpen dat zij uiteindelijk de controle hebben over hun gedrag, acties en keuzes.