De geschiedenis van de moslimvolkeren volgens de Bijbel begint dus met de profeet Abraham en zijn nakomelingen via Ismaël, zijn eerstgeboren zoon.
Browse: Bijbelonderwerpen
Browse: Bijbelvragen
Browse: 7 hoofdzonden op een rijtje?
Abrahams eerstgeboren zoon bij Hagar de Egyptische was Ismaël. Het staat in de Bijbel, de Torah, Genesis 16:15, RSV. “En Hagar baarde Abram een zoon; en Abram noemde de naam van zijn zoon, die Hagar baarde, Ismaël. Abram was zesentachtig jaar oud toen Hagar aan Abram Ismaël baarde.”
Abraham kreeg een speciale belofte dat de nakomelingen van Ismaël een groot volk zouden stichten en worden. Het staat in de Bijbel, de Torah, Genesis 17:20, RSV. “Wat Ismaël betreft, Ik heb u gehoord; zie, Ik zal hem zegenen en vruchtbaar maken en hem zeer vermenigvuldigen; hij zal de vader zijn van twaalf prinsen, en Ik zal hem tot een groot volk maken.”
Ontdek meer over: Bijbel Profetie, God en Eindtijd Gebeurtenissen | Wie schreef de Bijbel?
Zijn naam (Ismaël) werd door God via de engel gegeven, en staat als een eeuwige herinnering aan Gods barmhartigheid. Ismaël betekent “God hoort” – en begrijpt, en zal reageren in tijden van nood. Het staat in de Bijbel, de Torah, Genesis 16:7-11, RSV. “De engel van de Heer vond haar bij een waterbron in de wildernis, de bron op de weg naar Shur. En hij zei: ‘Hagar, dienstmaagd van Sarai, waar ben je vandaan gekomen en waar ga je heen?’ Zij zei: ‘Ik ben op de vlucht voor mijn meesteres Sarai.’ De engel des Heren zeide tot haar: Keer weder tot uw meesteres, en onderwerp u aan haar.’ En de engel des Heren zeide tot haar: Ik zal uw nakomelingen zo zeer vermenigvuldigen, dat zij niet geteld kunnen worden in menigte.’ En de engel des Heren zeide tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren; gij zult zijn naam Ismaël noemen; want de Here heeft acht geslagen op uw benauwdheid.””
Opnieuw, toen Hagar en Ismaël naar Arabië verhuisden, verscheen de engel aan haar. Het staat in de Bijbel, de Torah, Genesis 21:17-21, RSV. “En God hoorde de stem van de jongen; en de engel van God riep Hagar vanuit de hemel, en zei tegen haar: ‘Wat scheelt je, Hagar? Vrees niet, want God heeft de stem van de jongen gehoord, waar hij is. Sta op, til de jongen op en houd hem met uw hand vast, want Ik zal hem tot een groot volk maken. Toen opende God haar ogen, en zij zag een bron van water; en zij ging heen, en vulde de huid met water, en gaf den jongen te drinken. En God was met de jongen, en hij groeide op; hij leefde in de woestijn, en werd een expert met de boog. Hij woonde in de woestijn van Paran, en zijn moeder nam een vrouw voor hem uit het land Egypte.”
Hoewel de Bijbel niet specifiek zegt wanneer de Islam begon, laten we het volgende onderzoeken. De nakomelingen van Ismaël en de andere zonen van Abraham via Ketura kregen het oosterse land en worden aangeduid als de kinderen of de mensen van het oosten. Zij zijn de stamvaders van de Arabieren. Mohammed, de profeet van de Islam, traceert het begin van zijn afstamming terug tot Ismaël via zijn eerstgeboren zoon, Nebaioth. Het staat in de Bijbel, de Torah, Genesis 25:6,12-18, RSV. “Maar aan de zonen van zijn bijwijven gaf Abraham geschenken, en terwijl hij nog leefde zond hij hen weg van zijn zoon Isaak, oostwaarts naar het oosterland.” “Dit zijn de nakomelingen van Ismaël, Abrahams zoon, die Hagar, de Egyptische, Sara’s dienstmaagd, aan Abraham heeft gebaard. Dit zijn de namen van de zonen van Ismaël, genoemd in de volgorde van hun geboorte: Nebaioth, de eerstgeborene van Ismael; en Kedar, Adbeel, Mibsam, Mishma, Dumah, Massa, Hadad, Tema, Jetur, Nafisj, en Kedemah.
Dit zijn de zonen van Ismael en dit zijn hun namen, bij hun dorpen en bij hun legerplaatsen, twaalf prinsen naar hun stammen. (Dit zijn de jaren van het leven van Ismaël, honderd zevenendertig jaren; hij blies zijn laatste adem uit en stierf, en werd tot zijn geslachten verzameld). Zij woonden van Havilah tot Shur, dat tegenover Egypte is in de richting van Assyrië; hij vestigde zich tegenover al zijn volk.” De gebieden die hier in vers 18 worden genoemd, bevinden zich in Midden- en Noord-Arabië.
Er is bewijs van een geestelijk partnerschap tussen de zonen van Abraham via Izaäk (de Joden) en de zonen van Abraham via Ismaël (de Arabieren en de profeet van de Islam, Mohammed). Ismaël en Izaäk begroeven samen hun vader Abraham. Het staat in de Bijbel, de Torah, Genesis 25:7-10, RSV. “Dit zijn de dagen der jaren van Abrahams leven, honderd vijfenzeventig jaren. Abraham blies zijn laatste adem uit en stierf in een goede ouderdom, een oude man en vol van jaren, en werd verzameld bij zijn volk. Izaäk en Ismaël, zijn zonen, begroeven hem in de spelonk van Machpela, in het veld van Efron, de zoon van Zohar, de Hethiet, ten oosten van Mamre, het veld dat Abraham van de Hethieten had gekocht. Daar werd Abraham begraven, met Sara, zijn vrouw.”
Ishmaëlieten (de nakomelingen van Ismaël waren handelaren in specerijen geworden) redden Jozef (een zoon van Jakob, zoon van Izaäk). Het staat in de Bijbel, de Torah, Genesis 37:25 & 28, RSV. “Toen gingen zij zitten om te eten; en toen zij opzagen, zagen zij een karavaan van Ismaëlieten uit Gilead komen, met hun kamelen die gom, balsem en mirre droegen, op weg om het naar Egypte te dragen… en zij trokken Jozef op en tilden hem uit de put, en verkochten hem aan de Ismaëlieten voor twintig zilverlingen; en zij namen Jozef mee naar Egypte.”
Dit redden van Jozef door de Ismaëlieten en hem naar Egypte brengen, was onderdeel van Gods plan. Het staat in de Bijbel, de Torah, Genesis 45:5-7, RSV. “Dus Jozef zei tegen zijn broers: “Kom nader tot mij, ik bid u.” En zij kwamen naderbij. En hij zei: “Ik ben je broer, Jozef, die je naar Egypte hebt verkocht. En wees nu niet bedroefd, of boos op jezelf, omdat je mij hier verkocht hebt; want God heeft mij voor jullie uit gezonden om het leven te behouden. Want de hongersnood is al twee jaar in het land, en er zijn nog vijf jaren waarin niet geploegd en niet geoogst zal worden. En God heeft mij voor u gezonden om voor u een overblijfsel op aarde te bewaren, en om voor u vele overlevenden in leven te houden.”