Een wedstrijd van wereldklasse kun je niet in elk oud zwembad houden.
Photo Credit: United States Air Force Academy
De Olympische Zomerspelen in Rio de Janeiro zijn minder dan twee jaar verwijderd. Dankzij supersterren uit het verleden, zoals 22-voudig medaillewinnaar Michael Phelps, zal een van de meest bekeken sporten dat jaar waarschijnlijk de 34 zwemevenementen zijn die dat jaar plaatsvinden. Ongetwijfeld zal een of ander record worden gebroken, maar als deelnemers zich in het zweet werken over tienden en honderdsten van seconden, roept dat de vraag op: wat is een Olympisch zwembad eigenlijk? Wat maakt ze zo precies dat zulke kleine fracties van een seconde ook echt meetellen?
Om te beginnen worden de normen voor een olympisch zwembad vastgesteld door de FINA, de Fédération Internationale de Natation of Internationale Zwemfederatie, die in 1908 werd opgericht en nu is gevestigd in Lausanne, Zwitserland.
De FINA maakt er geen doekjes om als het gaat om het vaststellen van strenge normen. Een olympisch zwembad meet 50 meter in lengte en 25 meter in breedte, of 164 voet 1 inch bij 82 voet 0 inch. De toleranties voor deze afmetingen zijn uiterst nauw. Een zwembad mag absoluut niet kleiner zijn dan die afmetingen, maar het mag wel 0,03 meter (1,18 inch) korter zijn en elke baan mag wel 0,03 meter (1,18 inch) smaller zijn dan de specificaties. Wanneer aanraakpanelen worden geïnstalleerd voor het meten van de exacte tijd (het paneel waarop een zwemmer aan elk uiteinde van het zwembad slaat om de tijd te registreren waarop hij een bepaalde ronde heeft afgelegd), moet de lengte tussen de panelen de bovengenoemde toleranties volgen. Moderne Olympische zwembaden zijn dus iets langer om deze panelen te kunnen plaatsen.
Er is veel meer flexibiliteit wat betreft de diepte van Olympische zwembaden: ze moeten minimaal 2 meter diep zijn, maar een diepte van maar liefst 3 meter wordt aanbevolen. Een Olympisch zwembad van 2 meter diep kan 660.000 gallons water bevatten, oftewel 88.000 kubieke voet.
Geloof het of niet, maar het bovenstaande is eigenlijk een vereenvoudigde opsomming van de specificaties voor zwembaden van Olympische afmetingen. De lengte en breedte worden verondersteld te worden gedefinieerd op een specifieke diepte onder het oppervlak van het zwembad, en zelfs het kleurenschema en de nummering van de banen (0 tot 9, niet 1 tot 10) is gedefinieerd.
Maar, het is begrijpelijk om zulke exacte metingen te willen, toch? Als een zwemmer een record breekt, moet hij dat doen omdat hij de snelste was, en niet omdat iemand lui was met een meetlint.
De volgende keer dat je een zwemwedstrijd ziet, neem dan even de tijd om niet alleen de zwemmers te waarderen, maar ook de hoeveelheid werk die is gestoken in het zwembad waarin ze strijden.