Zoutmoerassen zijn kustmoerassen die worden overstroomd en gedraineerd door zout water dat door de getijden wordt aangevoerd. Ze zijn moerassig omdat de bodem kan bestaan uit diepe modder en turf. Turf is gemaakt van ontbindend plantenmateriaal dat vaak enkele meters dik is. Turf is drassig, doorworteld en zeer sponsachtig. Omdat kwelders vaak onder water staan door de getijden en veel ontbindend plantenmateriaal bevatten, kan het zuurstofgehalte in het veen extreem laag zijn – een toestand die hypoxie wordt genoemd. Hypoxie wordt veroorzaakt door de groei van bacteriën die de zwavelachtige geur van rotte eieren produceren die vaak wordt geassocieerd met moerassen en wadplaten.
Zoutmoerassen komen over de hele wereld voor, vooral op midden- en hoge breedtegraden. Ze gedijen langs beschermde kusten en zijn een veel voorkomende habitat in estuaria. In de V.S. zijn kwelders aan elke kust te vinden. Ongeveer de helft van de zoutmoerassen van het land bevinden zich langs de Golfkust.
Deze intergetijdenhabitats zijn essentieel voor een gezonde visserij, kustlijnen en gemeenschappen – en ze vormen een integraal onderdeel van onze economie en cultuur. Zij bieden ook essentieel voedsel, toevluchtsoord of kraamkamer voor meer dan 75 procent van de vissoorten, waaronder garnalen, blauwe krab, en veel vinvissen.
Zoutmoerassen beschermen kustlijnen ook tegen erosie door golfslag tegen te gaan en sedimenten vast te houden. Ze verminderen overstromingen door regenwater te vertragen en te absorberen en beschermen de waterkwaliteit door afvloeiing te filteren en overtollige voedingsstoffen te metaboliseren.