De vastentijd is een periode van veertig dagen, de zondagen niet meegerekend, die begint op Aswoensdag en eindigt op Heilige Zaterdag. Vasten komt van het Angelsaksische woord lencten, dat “verlengen” betekent en verwijst naar de lengende dagen in de lente. De veertig dagen staan voor de tijd die Jezus in de woestijn doorbracht, waar hij de verleiding van Satan doorstond en zich voorbereidde op het begin van zijn bediening.
Heeft u vragen? Wij hebben antwoorden!
Stel je vragen en bekijk meer FAQS.
Vraag FAQS
De vastentijd is een tijd van inkeer, vasten en voorbereiding op de komst van Pasen. Het is een tijd van zelfonderzoek en bezinning. In de vroege kerk begon de vastentijd als een periode van vasten en voorbereiding op het doopsel door nieuwe bekeerlingen en werd daarna een tijd van boetedoening door alle christenen. Vandaag de dag richten christenen zich op de relatie met God, het groeien als discipelen en het uitbreiden van onszelf, waarbij we er vaak voor kiezen om iets op te geven of om ons vrijwillig in te zetten voor anderen.
De zondagen in de veertigdagentijd tellen niet mee, omdat elke zondag een “mini- Pasen” is. Daarom zie je in de naamgeving van deze zondagen de aanduiding “zondag in de veertigdagentijd” in plaats van “zondag van de veertigdagentijd”. Op elke dag van de Heer in de veertigdagentijd, terwijl het vasten doorgaat, wordt de eerbiedige geest van de veertigdagentijd getemperd met een blijde verwachting van de Verrijzenis.
Deze inhoud is geproduceerd door Ask The UMC, een dienst van United Methodist Communications.