Cavia’s leven in het wild in Zuid-Amerika, in rotsachtige gebieden, graslanden en bosranden. Ze leven in groepen van ongeveer 10 volwassen dieren, en leven in holen, door henzelf of door andere dieren gegraven. Ze zijn het meest actief ’s nachts, wanneer ze naar buiten komen en foerageren op een grote verscheidenheid aan plantaardig materiaal.
De cavia werd al in 2000 v. Chr. voor het eerst gedomesticeerd in de Andes in Zuid-Amerika, in de regio die nu bekend staat als Peru en Bolivia. Oorspronkelijk werden ze gehouden om te eten, maar sommige kunnen ook gezelschapsdieren zijn geworden voor de kinderen in die tijd. Cavia’s werden niet vaak gekocht; ze werden eerder cadeau gegeven, vooral als huwelijksgeschenk, of als geschenk aan speciale gasten of kinderen! Ze werden dan in de keuken van het huishouden gehouden, waar ze vrij mochten rondlopen.
In deze tijd speelde de cavia ook de rol van de boze geestenverzamelaar in traditionele genezingsrituelen. In de geneeskunde van de Andes werd de cavia over het lichaam van een zieke patiënt gewreven, en als hij begon te piepen geloofde men dat hij de aangetaste plek had geïdentificeerd! Zwarte cavia’s werden als bijzonder heilig beschouwd, omdat zwart in het wild de zeldzaamste kleur is; de meeste wilde cavia’s zijn bruin of grijs, vergelijkbaar met de agouti kleur die we vandaag de dag zien.
In de jaren 1700 brachten Nederlandse en Engelse handelaren cavia’s van Zuid-Amerika naar Europa, waar ze populaire huisdieren werden voor de aristocratie. Het is mogelijk dat ze op hun reis naar Europa in Guinee zijn gestopt, waardoor de mensen dachten dat ze daar vandaan kwamen. Koningin Elizabeth 1 had een cavia als huisdier, wat waarschijnlijk de reden is voor hun populariteit als huisdier in die tijd.
Cavia’s zijn nu zeer populaire huisdieren. Ze zijn erg vriendelijk en hebben niet de neiging om te bijten of te krabben (als je per ongeluk wordt gegrepen, is dat waarschijnlijk omdat ze je vinger voor een wortel aanzagen). Ze zijn ook erg winterhard, en als ze goed verzorgd worden hebben ze heel weinig gezondheidsproblemen.