Vrouwen in het oude Mongolië waren niet alleen versierselen en huishoudsters. Zij stonden in hoog aanzien in hun samenleving, vooral in de vroege eeuwen, en zij genoten een grote mate van vrijheid in vergelijking met vrouwen in andere culturen in die tijd. Een voorbeeld hiervan is het feit dat Mongoolse vrouwen het recht hadden om een huwelijk te weigeren. Dit was uiterst zeldzaam in de oudheid. Een ander voorbeeld is dat de vrouwen van Genghis Khan hun eigen persoonlijke rechtbanken hadden, Ordo genaamd. Zij mochten deze rechtbanken besturen zonder inmenging van de Khan. Van hen werd echter ook verwacht dat zij met ontberingen omgingen en macht uitoefenden. De geschiedenis heeft aangetoond dat deze vrouwen grote moed en dapperheid aan de dag legden wanneer zij met tegenspoed werden geconfronteerd. De moeder van Genghis Khan, Hoelun, hield haar kinderen in leven met wilde wortelgroenten en het wild dat ze konden vinden, ondanks het feit dat ze door haar stam voor dood werd achtergelaten nadat haar man door een rivaliserende clan was vermoord. Niet alleen overleefden zij, maar zij werd ook de moeder van de grote Khan. Een ander voorbeeld van vrouwelijke kracht is de vrouw van Genghis zelf, Borte, die het bevel voerde in de oorlog en juridische zaken regelde. Zelfs over de dochters van Genghis Khan zouden vele verhalen zijn geschreven. Omdat de kroniekschrijvers van die tijd dergelijke vrouwen verontrustend zouden hebben gevonden, werd besloten de rol van de vrouw te beperken tot die van huishoudster en kinderverzorgster. Maar zelfs met deze stigma’s werd van de Mongoolse vrouwen verwacht dat zij fysiek sterk en georganiseerd waren, want de nomadische levensstijl vereiste het snel opzetten en afbreken van de Yurts, het onder controle houden van de kuddes dieren zoals paarden en schapen, evenals koken en het grootbrengen van kinderen.