In de VS richten marktdeelnemers het grootste deel van hun aandacht op drie indices – S&P 500, Dow Jones Industrial Average, en Nasdaq 100. Deze indices zijn uiteraard in hoge mate aan elkaar gecorreleerd, omdat zij bedrijven volgen die door dezelfde conjunctuurcyclus en andere belangrijke macro-economische factoren worden beïnvloed.
Een bijkomend aspect is dat de aandelen die tot de “grote drie” behoren, elkaar in zekere mate overlappen. Zo is de technologiegigant Apple Inc. (AAPL) is een bestanddeel van alle drie. Er zijn echter grote verschillen tussen de Dow en Nasdaq en de S&P 500 – zoals het aantal en het type aandelen dat in elke index is opgenomen en de manier waarop de indexwaarden worden berekend.
Hoe worden de Dow Jones, Nasdaq, en S&P 500 berekend?
De S&P 500, gecreëerd door Standard & Poor’s in 1962, vertegenwoordigt de breedste maatstaf van de Amerikaanse economie onder de drie belangrijkste indices. De indexwaarde wordt berekend door elk bedrijf te wegen volgens zijn marktkapitalisatie en vervolgens wordt een deler, die door S&P wordt vastgesteld, toegepast om de uiteindelijke waarde te verkrijgen. De eenvoudige berekening is als volgt: som van de marktkapitalisatie van alle opgenomen aandelen gedeeld door de deler, of totale marktkapitalisatie / deler.
De Dow Jones Industrial Average, vaak kortweg “Dow” genoemd, is de oudste index, die teruggaat tot 1896, en is wereldwijd het bekendst. De Dow vertegenwoordigt 30 large cap aandelen zoals bepaald door de Wall Street Journal. In tegenstelling tot de S&P 500 en de Nasdaq 100 wordt de weging voor elke component in de Dow Jones Industrial Average gerangschikt op basis van de aandelenkoers, waarna een deler wordt toegepast om de uiteindelijke waarde te bepalen.
De Nasdaq 100 is de jongste van de drie indices, die in 1985 met de handel is begonnen. Hij vertegenwoordigt de grootste niet-financiële ondernemingen die op de Nasdaq-beurs genoteerd zijn en wordt algemeen beschouwd als een technologie-index gezien de zware weging die aan op technologie gebaseerde bedrijven wordt gegeven. De Nasdaq 100 is gebaseerd op de marktkapitalisatie van zijn componenten.
Verschillen in de handel tussen Dow Jones, S&P 500 en Nasdaq
Ondanks de nauwe correlatie tussen de belangrijkste Amerikaanse indices, hebben ze elk hun eigen ‘persoonlijkheid’ in hoe ze worden verhandeld als gevolg van de verschillende samenstelling van elke index en het belang van bepaalde bedrijven en groepen van bedrijven (sectoren). De S&P 500 wordt van dag tot dag het minst beïnvloed door één enkel aandeel, omdat hij uit zo veel namen is samengesteld. Dat gezegd hebbende, zijn er een handvol sectoren die het grootste belang hebben op de index.
De sector die het meest bepalend is, is in de loop der jaren veranderd omdat verschillende sectoren het tijdens verschillende conjunctuurcycli aanzienlijk beter of minder goed hebben gedaan. In de jaren zeventig was de oliesector bijvoorbeeld de grootste, op weg naar de top van de techzeepbel in 2000 was dat Technology, voor de crisis van 2008 Financials, en op dit moment (2018) is dat Information Technology (IT), goed voor een weging van 26%.
De Dow daarentegen, met slechts 30 aandelen, wordt in sterkere mate beïnvloed door de prestaties van individuele aandelen. De top 10-aandelen zijn momenteel goed voor meer dan 50% van de waarde van de Dow, waardoor het gemakkelijk te zien is hoe de Dow sterker kan worden beïnvloed door sterke koersschommelingen van slechts een paar tickers.
De Nasdaq 100 is breder dan de Dow wat het aantal bestanddelen betreft, maar de invloed van een kleinere groep aandelen is nog groter. De top 10-aandelen in de Nasdaq 100 zijn goed voor meer dan 50% van de index, waardoor 90% van de index goed is voor minder dan de helft van de waarde van de index. Dit maakt de index topzwaar en zeer gevoelig voor prijsschommelingen in een select aantal aandelen.
Het is vermeldenswaard dat de tijd van het jaar waarin je typisch het grootste verschil tussen de wegingen in de indices ziet, elk kwartaal tijdens het winstseizoen is, wanneer bedrijven hun resultaten bekendmaken en reageren met krachtige koersschommelingen. De meer geconcentreerde Dow en Nasdaq 100 staan erom bekend dat ze tijdens deze periodes grotere overnight gaps hebben dan de bredere S&P 500.
Grootste verschillen tussen Dow, Nasdaq en S&P 500: Opsplitsing van wegingen
Volatiliteitsverschillen
Wat volatiliteit betreft, is de Dow Jones doorgaans de minst volatiele van de drie grote indices, omdat veel van de componenten trager bewegende blue-chipbedrijven zijn, zoals Boeing Company, United Healthcare en 3M Company. De Nasdaq 100 is de meest volatiele van de drie, vooral vanwege de hoge concentratie in risicovollere, snelgroeiende bedrijven zoals Facebook, Amazon en Alphabet (Google). De volatiliteit in de S&P 500 ligt meestal ergens tussen de twee.
Integreren van verschillende indices in een handelsstrategie
Indices zijn niet anders dan andere beleggingscategorieën, in die zin dat marktdeelnemers verschillende soorten analyse gebruiken, zoals fundamentele en technische disciplines, om hun standpunten te formuleren. Langetermijnbeleggers leggen vaak veel nadruk op fundamentele analyse, terwijl korte- en middellangetermijnhandelaren (waaronder day-traders) de neiging hebben veel nadruk te leggen op technische analyse.
Er is één kenmerk dat uniek is voor aandelenindices. De overgrote meerderheid van de marktdeelnemers is long op de aandelenmarkt in een of andere vorm, en als zodanig hebben dalingen de neiging zich veel sneller te ontvouwen dan rally’s, vanwege de angstfactor die gepaard gaat met verliezen. Dit leidt tot hogere volatiliteitsniveaus wanneer er onzekerheid heerst en lagere volatiliteitsniveaus wanneer de markt vertrouwen heeft in stijgende koersen. Deze volatiliteitsverandering wordt gevolgd door de CBOE Volatility Index (VIX), die vaak een “angstmeter” wordt genoemd omdat hij de neiging heeft te pieken wanneer de angst toeneemt (markt daalt) en te dalen wanneer de angst afneemt (markt stijgt). Voor de kortetermijnhandelaar die op zoek is naar volatiliteit, maakt dit periodes van onzekerheid over het algemeen vruchtbaarder met kansen.
Volatiliteit stijgt en daalt vaak afhankelijk van marktrichting
Voor day-traders en swing traders die zich richten op prijsschommelingen op de korte termijn is er nog een kenmerk dat aandelenindices onderscheidt van veel andere activaklassen – beursuren. Door het tijdstip waarop de beurzen officieel open zijn, is er een definitieve dagsessie in tegenstelling tot bijvoorbeeld valuta’s, die 24 uur per dag worden verhandeld.
De Amerikaanse aandelenmarkten zijn open van 13:30 tot 20:00 GMT, en als gevolg daarvan wordt dan het grootste deel van het volume verhandeld in aandelen en indexfutures. Dit maakt deze specifieke periode de meest liquide tijd van de dag en kan een voordeel zijn in termen van het hebben van een vast tijdstip van de dag om de markt te verhandelen. Amerikaanse indexfutures worden meestal de klok rond verhandeld, net als valuta’s, maar buiten de beursuren is de deelname zeer gering.
Hoeveelheid is het grootst wanneer beurzen open zijn (13:30-20:00 GMT)
U bent wellicht geïnteresseerd in:
- Daghandel in de Dow Jones, strategieën, tips & Handelssignalen