Films
In de late jaren zestig nam Redgrave een aantal iconische rollen op zich. Ze speelde Anne Boleyn, de tot mislukken gedoemde vrouw van koning Henry VIII, in 1966 in A Man for All Seasons, en een andere beroemde Engelse royal, Guenevere, tegenover Richard Harris’ koning Arthur in 1967 in Camelot. In 1968 speelde ze de hoofdrol in Isadora, een biopic over de beroemde moderne danspionier Isadora Duncan.
Redgrave gaf een zekere gravitas en koninklijkheid aan de titelrol van Mary Queen of Scots uit 1971. Maar het was haar rol in Julia uit 1977 die haar een gouden Oscar opleverde. In de film speelt ze Julia, een vrouw die in Duitsland woont en zich inzet tegen het naziregime. Haar vriendin, toneelschrijfster Lillian Hellman (Jane Fonda), raakt betrokken bij Julia’s verzetsinspanningen door geld Duitsland in te smokkelen.
Redgrave is al lange tijd politiek activiste en had rond die tijd ook een documentaire gesteund en ingesproken, genaamd The Palestinian, waarin werd gepleit voor een onafhankelijke Palestijnse staat. Buiten de Academy Award-uitreiking protesteerden leden van de Jewish Defense League tegen Redgrave’s nominatie en aanwezigheid bij het evenement. Zij noemde de demonstranten “zionistische vechtersbazen” in haar dankwoord voor Julia. Redgrave en haar broer Corin waren ook actief in de Engelse Workers Revolutionary Party.
De controverse rond haar pro-Palestijnse standpunten laaide weer op toen ze in 1980 een Joodse zangeres en muzikante in het concentratiekamp Auschwitz speelde in de TV-film Playing for Time. Zelfs Fania Fenelon, de vrouw op wie de film gebaseerd was, maakte bezwaar tegen de casting van Redgrave vanwege haar politieke opvattingen. Ondanks de ophef deed Redgrave het uitstekend als lid van het orkest dat muziek speelde voor de vrouwen op weg naar de gaskamer. Redgrave kreeg haar eerste Emmy Award voor de film.
In 1991 kreeg Redgrave de kans om samen te werken met haar echte zus Lynn Redgrave in de televisiebewerking van de film What Ever Happened to Baby Jane? uit 1962. Het jaar daarop kreeg ze een Academy Award nominatie voor haar bijrol in James Ivory’s Howards End met in de hoofdrollen Emma Thompson en Anthony Hopkins. De film was gebaseerd op de roman van E.M. Forster. In 1997 bracht Redgrave een ander literair personage tot leven. Ze speelde het titelpersonage in Mrs. Dalloway, gebaseerd op het werk van Virginia Woolf.
Redgrave voegde in 2003 Tony Award-winnares toe aan haar lange lijst van onderscheidingen. Ze won voor haar rol als de aan morfine verslaafde matriarch in Eugene O’Neill’s Long Day’s Journey in Night. Rond deze tijd begon Redgrave met haar terugkerende rol in het televisiedrama Nip/Tuck. Ze speelde de moeder van haar echte dochter Joely Richardson in de show.