Op deze pagina:
- Wat zijn zorgen over hormoonontregelaars?
- Hoe kunnen chemische stoffen het endocriene systeem ontregelen?
- Wat zijn voorbeelden van hormoonontregeling?
Wat zijn zorgen over hormoonontregelaars?
De laatste twee decennia is men zich steeds meer bewust geworden van de mogelijke nadelige effecten bij mensen en in het wild levende dieren van blootstelling aan chemische stoffen die het endocriene systeem kunnen verstoren. Deze effecten kunnen zijn:
- ontwikkelingsmisvormingen,
- verstoring van de voortplanting,
- verhoogd kankerrisico; en
- verstoringen van de werking van het immuunsysteem en het zenuwstelsel.
Er zijn duidelijke aanwijzingen dat sommige chemische stoffen deze effecten bij in het wild levende dieren veroorzaken, maar er zijn slechts beperkte aanwijzingen dat chemische stoffen deze effecten bij mensen kunnen veroorzaken bij blootstellingsniveaus in het milieu. Er zijn maar heel weinig chemische stoffen getest op hun mogelijke verstoring van het endocriene systeem. De huidige standaardtestmethoden leveren onvoldoende gegevens op om potentiële hormoonontregelaars (ED’s) te identificeren of om hun risico’s voor mensen en in het wild levende dieren te beoordelen.
De afgelopen jaren hebben sommige wetenschappers voorgesteld dat chemische stoffen onbedoeld de hormoonhuishouding van mensen en in het wild levende dieren zouden kunnen ontregelen. Uit laboratoriumonderzoek is gebleken dat diverse chemische stoffen de hormoonhuishouding van dieren verstoren, en er zijn sterke aanwijzingen dat blootstelling aan chemische stoffen in verband wordt gebracht met nadelige effecten op de ontwikkeling en voortplanting van vissen en in het wild levende dieren op bepaalde locaties. De relatie tussen menselijke ziekten van het endocriene systeem en blootstelling aan milieuverontreinigende stoffen is echter slecht begrepen en wetenschappelijk omstreden (Kavlock et al., 1996, EPA, 1997).
Top van pagina
Hoe kunnen chemische stoffen het endocriene systeem verstoren?
Storing van het endocriene systeem kan op verschillende manieren optreden. Sommige chemische stoffen bootsen een natuurlijk hormoon na, waardoor het lichaam overmatig reageert op de stimulus (bijvoorbeeld een groeihormoon dat resulteert in een grotere spiermassa), of op verkeerde momenten reageert (bijvoorbeeld insuline produceert als dat niet nodig is). Andere hormoonontregelaars blokkeren de werking van een hormoon op bepaalde receptoren (bv. groeihormonen die nodig zijn voor een normale ontwikkeling). Weer andere stimuleren of remmen het endocriene systeem rechtstreeks en veroorzaken een over- of onderproductie van hormonen (bijvoorbeeld een over- of onderactieve schildklier).
Voor sommige van deze effecten, zoals anticonceptiepillen, worden medicijnen gebruikt om ze opzettelijk te veroorzaken. In veel situaties waarin het gaat om chemicaliën in het milieu, is een hormoonontregelend effect echter niet wenselijk.
Top van de pagina
Wat zijn voorbeelden van hormoonontregeling?
Een voorbeeld van de verwoestende gevolgen van de blootstelling van dieren in ontwikkeling, waaronder mensen, aan hormoonontregelaars is het geval van het krachtige middel diethylstilbestrol (DES), een synthetisch oestrogeen. Voordat het begin jaren zeventig werd verboden, schreven artsen DES ten onrechte voor aan wel vijf miljoen zwangere vrouwen om spontane abortus tegen te gaan en de groei van de foetus te bevorderen. Nadat de kinderen de puberteit hadden doorlopen, werd ontdekt dat DES de ontwikkeling van het voortplantingssysteem aantastte en vaginale kanker veroorzaakte.
Sindsdien heeft het Congres het evaluatie- en reguleringsproces van geneesmiddelen en andere chemicaliën verbeterd. De wettelijke eis om een screeningsprogramma voor hormoonontregelaars op te zetten is een zeer belangrijke stap.
Uit steeds meer wetenschappelijk bewijs blijkt dat mensen, huisdieren, vissen en in het wild levende diersoorten nadelige gevolgen voor de gezondheid hebben ondervonden van blootstelling aan chemische stoffen in het milieu die inwerken op het hormoonsysteem. Tot op heden zijn dergelijke problemen geconstateerd bij huis- en diersoorten met een relatief hoge blootstelling aan:
- organochloorverbindingen (bijv, 1,1,1-trichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl);
- ethaan (DDT) en zijn metaboliet dichorodifenyldichloorethyleen (DDE);
- gepolychloreerde bifenylen (PCB’s), en dioxines); en
- sommige natuurlijk voorkomende plantaardige oestrogenen.
Effecten van blootstelling aan lage niveaus van hormoonontregelaars zijn ook waargenomen (b.v, delen per triljoen van tributyltin hebben geleid tot de vermannelijking van vrouwelijke mariene weekdieren zoals de hondenwulk en de ivoorschelp). Er zijn schadelijke effecten gerapporteerd bij mensen die aan relatief hoge concentraties van bepaalde verontreinigende stoffen zijn blootgesteld. Het blijft echter onduidelijk of dergelijke effecten zich bij de mens in het algemeen voordoen bij concentraties die aanwezig zijn in het milieu, het drinkwater en het voedsel.
Er zijn verschillende tegenstrijdige rapporten gepubliceerd over een afname van de kwaliteit en kwantiteit van de spermaproductie bij de mens in de afgelopen 4 decennia, en er zijn meldingen van een toename van bepaalde vormen van kanker (b.v. borstkanker, prostaatkanker, teelbalkanker). Dergelijke effecten kunnen een endocriene basis hebben, hetgeen heeft geleid tot speculaties over de mogelijkheid dat deze endocriene effecten een milieu-oorzaak kunnen hebben. Er blijft echter grote wetenschappelijke onzekerheid bestaan over de werkelijke oorzaken van dergelijke effecten.
Niettemin bestaat er weinig twijfel over dat kleine verstoringen in de hormoonfunctie, met name tijdens bepaalde zeer gevoelige fasen van de levenscyclus (b.v. ontwikkeling, zwangerschap, borstvoeding) tot ingrijpende en blijvende effecten kunnen leiden (Kavlock et al., 1996. EPA, 1997).
Top van pagina