Paranoïde schizofrenie is een subtype binnen de groep van schizofrenie stoornissen. In het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV) zijn wanen en hallucinaties de eerste en tweede symptomen die vereist zijn voor de diagnose schizofrenie. Empirische gegevens en klinische observaties stellen ons in staat de hypothese te presenteren dat paranoïde schizofrenie kan worden onderverdeeld in twee subgroepen: (1) Hallucinerende subgroep, patiënten met prominente hallucinaties en wanen beïnvloed door auditieve hallucinaties, (2) Waanvoorstellingen subgroep, patiënten met prominente gestoorde gedachte-inhoud, waarbij hallucinaties geen significante klinische factoren zijn. Bovendien zijn wij van mening dat auditieve hallucinaties geen stoornissen van de waarneming zijn, maar eerder van het denken – of “pseudo-waarnemingen”. Volgens onze hypothese zijn er epidemiologische en klinische verschillen tussen de hallucinerende en de waanvoorstellingen subgroepen van patiënten met de diagnose schizofrenie, paranoïde type. Patiënten in de hallucinerende subgroep hebben ernstiger positieve en negatieve symptomen en een grotere functionele beperking dan de patiënten in de waanvoorstellingen-subgroep. Een patiënt die diep in gedachten is, beseft misschien niet dat hij denkt (denkstoornis) maar “hoort stemmen” zonder externe stimulus. Het horen van stemmen is dus geen stoornis in de waarneming maar eerder in het denken – of “pseudo-waarneming”. De prognose lijkt slechter te zijn voor paranoïde schizofreniepatiënten met opvallende hallucinaties, zodat therapeutische rehabilitatieprogramma’s voor hallucinerende patiënten dienovereenkomstig moeten worden ontwikkeld. Verder onderzoek is gerechtvaardigd om aanvullende aspecten van deze twee groepen te onderzoeken.