Sociaal Darwinisme, de theorie dat menselijke groepen en rassen onderhevig zijn aan dezelfde wetten van natuurlijke selectie als Charles Darwin waarnam bij planten en dieren in de natuur. Volgens deze theorie, die populair was aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw, werden de zwakken minder en hun culturen minder, terwijl de sterken groeiden in macht en culturele invloed over de zwakken. Sociaal-darwinisten waren van mening dat het leven van de mens in de samenleving een strijd om het bestaan was die werd beheerst door de “survival of the fittest”, een uitdrukking die werd voorgesteld door de Britse filosoof en wetenschapper Herbert Spencer.
De sociaal-darwinisten – met name Spencer en Walter Bagehot in Engeland en William Graham Sumner in de Verenigde Staten – geloofden dat het proces van natuurlijke selectie dat op variaties in de bevolking inwerkt, zou resulteren in het overleven van de beste concurrenten en in voortdurende verbetering van de bevolking. Samenlevingen werden gezien als organismen die op deze manier evolueren.
De theorie werd gebruikt ter ondersteuning van het laissez-faire-kapitalisme en het politiek conservatisme. Klasse-indeling werd gerechtvaardigd op basis van “natuurlijke” ongelijkheden tussen individuen, want de controle over bezit zou een correlaat zijn van superieure en inherente morele eigenschappen zoals ijver, matigheid en spaarzaamheid. Pogingen om de maatschappij te hervormen door middel van staatsinterventie of andere middelen zouden daarom de natuurlijke processen verstoren; onbeperkte concurrentie en verdediging van de status quo waren in overeenstemming met biologische selectie. De armen waren de “ongeschikten” en moesten niet geholpen worden; in de strijd om het bestaan was rijkdom een teken van succes. Op maatschappelijk niveau werd het sociaal-darwinisme gebruikt als een filosofische rationalisatie voor imperialistisch, kolonialistisch en racistisch beleid, waarbij het geloof in de culturele en biologische superioriteit van de Angelsaksische of Arische landen in stand werd gehouden.
Sociaal-darwinisme raakte in verval gedurende de 20e eeuw toen een uitgebreide kennis van biologische, sociale en culturele fenomenen de basisprincipes ervan ondermijnde in plaats van ondersteunde.