Gastro-oesofageale refluxziekte (GERD) veroorzaakt een spectrum van symptomen, variërend van mild tot ernstig. Hoewel de rol van de onderste slokdarmsfincter in de pathogenese van GERD uitvoerig is bestudeerd, is er minder aandacht besteed aan de slokdarmperistaltiek, hoewel peristaltiek de zuurklaring in de slokdarm bepaalt. Het doel van deze studie was om het volgende te evalueren bij patiënten met GERD: (1) de aard van de slokdarmperistaltiek en (2) de relatie tussen slokdarmperistaltiek en gastro-oesofageale reflux, slijmvliesbeschadiging en symptomen. Duizend zes opeenvolgende patiënten met GERD bevestigd door 24-uurs pH-monitoring werden verdeeld in drie groepen op basis van de aard van de oesofageale peristaltiek zoals aangetoond door oesofageale manometrie: (1) normale peristaltiek (normale amplitude, duur en snelheid van peristaltische golven); (2) ineffectieve oesofagusmotiliteit (IEM; distale slokdarmamplitude < 30 mm Hg of >30% gelijktijdige golven); en (3) aspecifieke slokdarmmotiliteitsstoornis (NSEMD; motorische disfunctie tussen de andere twee groepen in). Peristaltiek werd geclassificeerd als normaal bij 563 patiënten (56%), IEM bij 216 patiënten (21%), en NSEMD bij 227 patiënten (23%). Patiënten met abnormale peristaltiek hadden een slechtere reflux en tragere oesofageale zuurklaring. Brandend maagzuur, ademhalingssymptomen en slijmvliesbeschadiging waren ernstiger bij patiënten met IEM. Deze gegevens tonen aan dat de slokdarmperistaltiek ernstig gestoord was (IEM) bij 21% van de patiënten met GERD, en deze groep had ernstiger reflux, tragere zuurklaring, ernstigere slijmvliesbeschadiging, en frequentere ademhalingssymptomen. Wij concluderen dat oesofageale manometrie en pH-monitoring kunnen worden gebruikt om de ernst van GERD in te schatten, en dit zou op zijn beurt moeten helpen bij het identificeren van diegenen die het meeste baat zouden hebben bij een chirurgische behandeling.