De naam “roos van Sharon” komt in het Hebreeuws voor het eerst voor in de Tenach. In de Shir Hashirim (‘Hooglied’ of ‘Hooglied van Salomo’) 2:1 zegt de spreker (de geliefde) “Ik ben de roos van Sharon, een roos van het dal”. De Hebreeuwse uitdrukking חבצלת השרון (ḥăḇatzeleṯ hasharon) werd door de redacteuren van de King James versie van de Bijbel vertaald als “roos van Sharon”; eerdere vertalingen hadden het echter eenvoudig weergegeven als “de bloem van het veld” (Septuagint “ἐγὼ ἄνθος τοῦ πεδίου”, Vulgaat “ego flos campi”,Wiclif “een bloem van het veld”).Daarentegen komt het Hebreeuwse woord ḥăḇatzeleṯ twee keer voor in de Schriften: in het Hooglied, en in Jesaja 35:1, waar staat: “de woestijn zal bloeien als de roos.” Het woord wordt vertaald met “roos” in de King James versie, maar wordt op verschillende manieren weergegeven als “lelie” (Septuagint “κρίνον”, Vulgaat “lilium”, Wiclif “lelie”), “jonquil” (Jeruzalem Bijbel) en “krokus” (RSV).
Verschillende geleerden hebben gesuggereerd dat de Bijbelse “roos van Sharon” een van de volgende planten kan zijn:
- Een krokus: “een soort krokus die als een lelie tussen de braamstruiken groeit” (“Sharon”, Harper’s Bible Dictionary) of een krokus die groeit in de kustvlakte van Sharon (New Oxford Annotated Bible);
- Een tulp: “een helderrode tulpachtige bloem … vandaag overvloedig in de heuvels van Sharon” (“rose”, Harper’s Bible Dictionary);
- Tulipa agenensis, de Sharon tulp, een tulpensoort die door enkele botanici wordt gesuggereerd of
- Tulipa montana
- Een lelie: Lilium candidum, beter bekend als de madonnalelie, een leliesoort die door sommige botanici wordt gesuggereerd, maar waarschijnlijk een verwijzing is naar de lelietjes-van-dalen die in het tweede deel van Hooglied 2:1 worden genoemd.
- Narcissus (“roos”, Cyclopaedia of Biblical, Theological and Ecclesiastical Literature)
Volgens een annotatie van Hooglied 2:1 door het vertaalcomité van de New Revised Standard Version, is “roos van Sharon” een verkeerde vertaling van een meer algemeen Hebreeuws woord voor krokus.
Etymologen hebben het bijbelse חבצלת voorzichtig in verband gebracht met de woorden בצל beṣel, dat “bol” betekent, en חמץ ḥāmaṣ, dat ofwel “prikkelend” ofwel “schitterend” betekent (The Analytical Hebrew and Chaldee Lexicon).
Een mogelijke interpretatie voor de bijbelse verwijzing is Pancratium maritimum, die in de nazomer bloeit net boven de hoogwaterlijn. De Modern Hebreeuwse naam voor deze bloem is חבצלת of חבצלת החוף (ḥăḇaṣṣeleṯ, of habasselet ha-khof, kustlelie). Sommigen identificeren de strandlelie met de “roos van Sharon” genoemd in het Hooglied, maar niet alle geleerden accepteren dit.
Recentelijk hebben sommige geleerden ḥăḇaṣṣeleṯ vertaald als “een ontluikende bol” met het oog op het genealogisch onderzoek van meertalige versies en lexicons.