Outer Cape Cod en de steeds veranderende zandbanken vormden al voor de opening van het Cape Cod-kanaal een gevaar voor zeelieden. In de 300 jaar van de geschiedenis zijn er op de Kaap meer dan 3000 scheepswrakken geregistreerd. De ondiepe zandbanken, enkele honderden meters van het strand, vormen het grootste gevaar. Hier slaan door de storm aangedreven schepen aan de grond, breken in stukken onder de druk van tonnen razend water, en morsen hun breekbare inhoud en inzittenden in de ijskoude branding.
In 1785 begon de Massachusetts Humane Society met ’s werelds eerste georganiseerde reddingsdienst. Begonnen in de haven van Boston met schuilplaatsen en voedsel voor overlevenden van schipbreuken, vestigde de Society uiteindelijk in het begin van de jaren 1800 buitenposten op Cape Cod. Hoewel hun methoden en uitrusting goed bedoeld waren, waren de leden van de Humane Society onbetaalde vrijwilligers die geen continue of adequate diensten konden verlenen.
In 1845 nam het Congres de eerste stap om het landelijke probleem van de redding op zee aan te pakken door particuliere organisaties als de Humane Society te financieren. In 1872 ontstonden de eerste door de federale overheid gebouwde en bemande reddingsstations als onderdeel van het ministerie van Financiën, en later onder auspiciën van de U.S. Life Saving Service. Dertien stations werden gebouwd op Cape Cod. Het Old Harbor station, dat in 1977-78 van zijn eroderende positie in Chatham naar Race Point werd verplaatst, dient als een museum gewijd aan de dienst en de mannen die hun leven riskeerden om anderen te redden.