Poolberen zijn niet echt wit. Hun kleur wordt bepaald door het licht en het klimaat van hun omgeving. Hieronder volgt een transcriptie van de video.
Poolberen zijn eigenlijk niet wit. Het blijkt dat ze in allerlei kleuren kunnen voorkomen: geel, grijs, oranje en zelfs groen. Dat komt omdat de vacht van ijsberen doorzichtig en hol is. Als er licht op de buitenste vacht valt, wordt een deel ervan geabsorbeerd, terwijl de rest wordt verstrooid.
Het resultaat? De vacht kan onder verschillende belichting in verschillende kleuren verschijnen. Normaal zien ijsberen er wit uit. Dat komt omdat hun vacht zonlicht verstrooit, dat ook wit is. Maar op een bewolkte dag kunnen de beren er een beetje grijs uitzien. Bij zonsondergang kunnen ze rood-oranje lijken. Maar verlichting is maar de helft van het verhaal.
Polaire beren in dierentuinen kunnen groen worden. Betonnen vloeren in hun hokken schuren tegen de vacht. De schaafwonden vormen kleine gaatjes in hun haren, waardoor algen kunnen gaan leven en zich voortplanten. Op de Noordpool zijn de temperaturen te koud voor deze algen. Maar de vacht van wilde ijsberen kan nog steeds geel kleuren, dankzij de olie van hun prooi die de vacht bevlekt.
Misschien wel het meest verrassende van ijsberen? Onder al dat haar is de huid van ijsberen eigenlijk zwart. De zwarte huid absorbeert gemakkelijk zonlicht om de beer warm te houden. IJsberen zijn niet alleen de ambassadeurs van de Noordpool. Ze zijn meesters in het manipuleren van kleur om te overleven.