Beeld in de geneeskunde
Een 34-jarige man met een voorgeschiedenis van stress presenteert zich op de spoedeisende hulp met wazig zien in het linkeroog sinds een week. Er was geen verandering in het gezichtsvermogen van zijn rechteroog. De gezichtsscherpte van het linkeroog was 20/100. Het fundus onderzoek toonde een plaatselijke sereuze loslating van de macula (A). De fluoresceïne angiografie (B) en de oculaire coherentie tomografie (OCT) (C) bevestigden de diagnose van centrale sereuze chorioretinopathie. Centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR) wordt gekenmerkt door de ophoping van subretinale vloeistof aan de achterste pool van de fundus, waardoor een netvliesloslating ontstaat. Wanneer de loslating zich uitbreidt naar de macula, beschrijven patiënten gewoonlijk een verminderde gezichtsscherpte, metamorfopsie en een scotoma. CSCR komt overwegend voor bij blanke mannen tussen 20 en 45 jaar, en houdt sterk verband met stress en het gebruik van corticosteroïden. De diagnose is gebaseerd op de oftalmoscopische bevindingen en de resultaten van de fluoresceïne-angiografie, die enkelvoudige of meervoudige lekkagepunten vertoont. De oculaire coherentie tomografie (oct) draagt bij tot de diagnose door het aantonen van de neurosensorische onthechting en is een objectieve manier van toezicht. Over het algemeen heeft CSCR een goede prognose voor spontaan visueel herstel. Sommige patiënten ontwikkelen echter chronische CSCR of subretinale fibrose.
(A): foto van fundus die CSCR limites laat zien; (witte pijl) (B): de fluoresceïne-angio die lekkagepunten laat zien; (C): OCT-scan die de neurosensorische loslating aantoont