Acute vergiftiging met pesticiden is een wereldwijd probleem voor de volksgezondheid en is verantwoordelijk voor maar liefst 300.000 sterfgevallen per jaar wereldwijd. De meeste sterfgevallen zijn te wijten aan blootstelling aan organofosfaten, organochloorverbindingen en aluminiumfosfide. Organofosfaatverbindingen remmen acetylcholinesterase, wat leidt tot acute toxiciteit. Bij een aantal patiënten kan het tussensyndroom ontstaan, dat kan leiden tot ademhalingsverlamming en de dood. De behandeling bestaat uit een goede zuurstoftoediening, atropine in escalerende doses en pralidoxime in hoge doses. Het is belangrijk de huid te ontsmetten en tegelijkertijd voorzorgsmaatregelen te nemen om secundaire besmetting van gezondheidswerkers te voorkomen. Organochloorpesticiden zijn toxisch voor het centrale zenuwstelsel en sensibiliseren het myocard voor catecholamines. De behandeling bestaat uit ondersteunende zorg en het vermijden van exogene sympathomimetische middelen. Inname van paraquat veroorzaakt ernstige keelontsteking, bijtend letsel aan het maagdarmkanaal, nierbuisnecrose, levernecrose en longfibrose. Toediening van zuurstof moet worden vermeden omdat dit meer fibrose veroorzaakt. Het gebruik van immunosuppressieve middelen heeft het resultaat bij patiënten met paraquatvergiftiging verbeterd. Rodenticiden omvatten thallium, superwarfarines, bariumcarbonaat en fosfiden (aluminium- en zinkfosfide). Alopecia is een atypisch kenmerk van thalliumvergiftiging. De meeste blootstellingen aan superwarfarines zijn onschadelijk, maar langdurige bloedingen kunnen voorkomen. Bariumcarbonaat Inname kan ernstige hypokaliëmie en ademhalingsspierverlamming veroorzaken. Aluminiumfosfide is een zeer giftige stof met een sterftecijfer dat varieert van 37% tot 100%. Het remt mitochondriaal cytochroom c-oxidase en leidt tot pulmonale en cardiale toxiciteit. De behandeling is ondersteunend; sommige studies wijzen op een gunstig effect van magnesiumsulfaat. Pyrethroïden en insectenwerende middelen (b.v. diethyltoluamide) zijn betrekkelijk ongevaarlijk, maar kunnen toxische effecten hebben op het longweefsel en het centrale zenuwstelsel. Ethyleendibromide – een zeer giftig fumigatiemiddel – veroorzaakt zweren in de mond, gevolgd door lever- en niertoxiciteit, en is bijna altijd dodelijk. Artsen die in afgelegen en plattelandsgebieden werken, moeten worden voorgelicht over vroegtijdige diagnose en juiste behandeling met behulp van ondersteunende zorg en tegengiffen, indien beschikbaar.