Opeptische aanvallen bij kinderen kunnen vele oorzaken hebben. Veel voorkomende oorzaken van epilepsie bij kinderen zijn onder meer
- koorts (deze worden koortsaanvallen genoemd)
- genetische oorzaken
- letsel aan het hoofd
- infecties van de hersenen en de bekleding
- zuurstofgebrek in de hersenen
- hydrocephalus (overtollig water in de hersenholten)
- stoornissen in de ontwikkeling van de hersenen
De meeste toevallen bij kinderen hebben geen duidelijke oorzaak, echter.
Minder gebruikelijke oorzaken van epilepsie bij kinderen zijn hersentumoren of -cysten en degeneratieve aandoeningen (progressieve en verslechterende aandoeningen, die vaak gepaard gaan met verlies van hersencellen). Er is een belangrijk verschil tussen iets dat epileptische aanvallen veroorzaakt, zoals hoge koorts bij een jong kind, en iets dat epilepsie veroorzaakt, zoals een ernstig hoofdletsel.
Extensieve en zorgvuldige studies hebben geen bewijs gevonden dat vaccinaties epilepsie veroorzaken. Een aanval kan echter binnen 1 of 2 dagen na een inenting optreden, vooral als die gevolgd wordt door koorts. In dergelijke gevallen heeft het kind waarschijnlijk een onschuldige koortsaanval gehad. Wanneer het kind wordt ingeënt, moeten de ouders acetaminophen (Tylenol) of ibuprofen (Advil, Motrin) geven voordat er koorts ontstaat.
Veel toevallen bij kinderen zijn goedaardig, dat wil zeggen dat het kortdurende gebeurtenissen zijn die niet zullen voortduren tot in de volwassenheid, en de ontwikkeling en het intellect van het kind zijn meestal normaal. Andere aanvallen zijn ernstig en gaan vaak gepaard met een ontwikkelingsachterstand of een verstandelijke handicap en persisterende aanvallen.
De vooruitzichten voor aanvallen hangen slechts gedeeltelijk af van de oorzaak. Twee kinderen kunnen bijvoorbeeld besmet zijn met dezelfde bacterie en allebei meningitis hebben, een infectie van de membranen die de hersenen en het ruggenmerg bedekken. Het ene kind houdt er ernstige epilepsie aan over, terwijl het andere kind nooit een aanval krijgt. Hoe kunnen de verschillende uitkomsten worden verklaard? De bacteriële infectie bij het ene kind kan zich verder verspreid hebben en gevoelige delen van de hersenen hebben aangetast. Of de bacterie kan bij het ene kind een ader hebben geïnfecteerd en een kleine beroerte hebben veroorzaakt, die vervolgens de epilepsie heeft veroorzaakt. Of misschien had één kind een genetische (erfelijke) neiging tot epileptische aanvallen, en heeft de infectie deze eigenschap aan de oppervlakte gebracht.
Alle mensen zijn in staat een epileptische aanval te krijgen. Het blijft onzeker waarom sommige kinderen aanvallen krijgen na incidenten zoals hoofdletsel en de meeste anderen niet. De “aanvalsdrempel” verwijst naar de voorwaarden die nodig zijn voor het ontstaan van een aanval. Bij dieren kan de aanvalsdrempel nauwkeurig worden bepaald door hun reactie op bepaalde chemische stoffen of elektrische stimulatie te observeren. Bij de mens wordt de term “aanvalsdrempel” in een meer abstracte betekenis gebruikt. Bij mensen die de neiging hebben om aanvallen te krijgen, is de drempel lager dan bij mensen die een grotere weerstand, of hogere drempel, hebben tegen aanvallen. Genetische, hormonale, slaaptekort en andere factoren kunnen de aanvalsdrempel van een individu beïnvloeden.