In Japan ontwikkelde Dr. Michiaki Takahashi (1928-2013) met succes het eerste levende verzwakte varicellavaccin in de wereld. Het virus dat voor dit vaccin werd gebruikt was varicella-zoster virus geïsoleerd uit het vesiculaire vocht van een kind met typische varicella en het werd de Oka stam genoemd naar de familienaam van het kind. In 1974 ontwikkelde een patiënt met nefrose varicella op de kinderafdeling, en niet-geïnfecteerde pediatrische patiënten kregen onmiddellijk varicellavaccin. Als gevolg daarvan deden zich bij de andere kinderen geen gevallen van varicella voor en werden alle gevaccineerde kinderen immuun voor de ziekte. Deze resultaten werden gepubliceerd in de Lancet, waarmee voor het eerst de veiligheid en werkzaamheid van het vaccin tegen de varicella-stam Oka werd aangetoond. Toen aan het begin van de ontwikkeling van het vaccin klinische studies werden uitgevoerd, waren de meeste proefpersonen pediatrische patiënten met een hoog risico op het oplopen van ernstige varicella. Daarom was het ontwikkelingsproces anders dan dat voor andere vaccins, aangezien klinische studies over het algemeen worden uitgevoerd bij gezonde personen. Dit vaccin werd in 1986 in Japan goedgekeurd en in 1987 werd begonnen met vrijwillige vaccinatie met één dosis voor kinderen van 1 jaar of ouder. De vaccinatiegraad bleef echter laag en het aantal patiënten met varicella nam niet significant af. Door de vrijwillige status werden de kosten van de vaccinatie gedragen door het gezin van het kind en dit werd beschouwd als een reden voor de lage dekkingsgraad. Hoewel met het vaccin een goede antilichaamrespons werd bereikt, was het aantal gevallen van doorbraakvaricella (BV) relatief hoog en vertoonde het een stijgende trend die ook zorgwekkend was. Om de dekkingsgraad te verhogen en BV te verminderen, veranderde de Japanse regering het varicellavaccinatiebeleid van vrijwillige naar routinematige vaccinatie in oktober 2014. Tegelijkertijd werd een tweedoseschema ingevoerd waarbij het vaccin tweemaal werd toegediend met een interval van ten minste 3 maanden tot de leeftijd van 3 jaar. Op dit moment worden gevallen van varicella alleen gecontroleerd in de pediatrische verklikkerklinieken in Japan. Daarom moeten we een systeem opzetten om alle patiënten te onderzoeken, om de werkzaamheid van varicellavaccin aan te tonen op basis van gedetailleerde surveillancegegevens. We moeten ook het optimale tijdstip van de tweede dosis van het vaccin en de noodzaak van verdere boostervaccinatie onderzoeken. Een gecombineerd levend vaccin met varicella-vaccin is in Japan nog niet goedgekeurd. Vanwege het grotere gemak van gecombineerde vaccins zou de ontwikkeling en introductie van een dergelijk vaccin in de toekomst wenselijk zijn. Verwacht wordt dat routinematige vaccinatie tegen varicella op termijn ook het vóórkomen van herpes zoster zal verminderen, hoewel er geen ondersteunende epidemiologische gegevens zijn. De prevalentie van herpes zoster heeft de aandacht getrokken, maar het is nodig om een surveillancesysteem voor deze ziekte te ontwikkelen. In maart 2016 werd het gebruik van varicellavaccin ter preventie van herpes zoster bij volwassenen van 50 jaar of ouder goedgekeurd in Japan, en de resultaten van deze beleidswijziging moeten worden beoordeeld.