Als de symptomen mild zijn, hebben ze misschien alleen extra zuurstof nodig. Dit wordt meestal via een couveuse of slangetjes in de neus gegeven.
Als de symptomen ernstiger zijn, wordt uw baby aan een beademingsmachine (ventilator) gelegd om de ademhaling te ondersteunen of over te nemen.
Deze behandelingen worden vaak meteen in de verloskamer gestart, voordat de baby naar de couveuseafdeling wordt overgebracht.
Uw baby kan ook een dosis kunstmatige surfactant toegediend krijgen, meestal via een beademingsbuis.
Er zijn aanwijzingen dat een vroege behandeling binnen 2 uur na de bevalling gunstiger is dan wanneer de behandeling wordt uitgesteld.
Ze krijgen ook vocht en voeding toegediend via een slangetje dat op een ader is aangesloten.
Sommige baby’s met NRDS hebben maar een paar dagen hulp nodig bij het ademen. Maar sommige, meestal te vroeg geboren baby’s, hebben weken of zelfs maandenlang hulp nodig.
Premature baby’s hebben vaak meerdere problemen waardoor ze in het ziekenhuis blijven, maar over het algemeen zijn ze goed genoeg om rond hun oorspronkelijke verwachte bevallingsdatum naar huis te gaan.
Hoe lang uw baby in het ziekenhuis moet blijven, hangt af van hoe vroeg hij of zij is geboren.