Grondnestbijen of mijnwerkersbijen zijn solitaire bijen die ondergrondse galerijen maken, met koninginnen die individueel leven en hun eigen jongen grootbrengen. De ingangen van de nesten zijn kleine hoopjes of vlekjes kale grond. Ze vormen geen bijenkorven, maar meerdere vrouwtjes kunnen op dezelfde plaats nestelen. De koninginnen van de aardbij verdedigen hun nestplaatsen niet, zijn zeer volgzaam en steken niet, zodat ze weinig of geen gevaar voor de mens vormen. De mannetjes patrouilleren vaak in een gebied waar vrouwtjes op zoek zijn naar paren. Hoewel de mannetjes zeer actief kunnen zijn en agressief lijken, steken ze niet en zijn ze ook ongevaarlijk. Net als andere bijen zijn het actieve foerageerders van nectar en stuifmeel uit bloemen, waardoor ze nuttige bestuivers zijn.
Hun nestingangen zijn kleine hoopjes aarde van een paar centimeter doorsnee. Hoewel ze kortstondig afbreuk doen aan de esthetiek van een goed onderhouden gazon, doen ze het gras of de grond absoluut geen kwaad en verbeteren deze zelfs, omdat hun nesten als beluchtingsgaten fungeren, waardoor water en voedingsstoffen beter doordringen. Uiteindelijk, als de nesten na het broedseizoen in het voorjaar worden verlaten, spoelt de grond met de regen terug op zijn plaats en verdwijnt volledig.