Een van de meest voorkomende en ernstige bijwerkingen van diuretica is een verhoogd urineverlies van K. Een andere, zij het minder bekende, bijwerking van diuretica is een overmatig urineverlies van Mg. Bij het onderzoek naar de effecten van diuretica op het Mg- en K-metabolisme moet rekening worden gehouden met de volgende factoren: plaats van de werking en duur van de werking van diuretica, duur van de behandeling en gebruikte dosering, gelijktijdige behandeling met geneesmiddelen, onderliggende aandoeningen en inname van Mg via de voeding. Diuretica die in de proximale tubulus werken, hebben doorgaans slechts een gering effect op de Mg-uitscheiding. Lusblokkerende diuretica veroorzaken echter grote verliezen van Mg in de urine. De Mg-verspillende effecten van lusblokkerende diuretica zijn in een groot aantal experimentele en klinische studies aangetoond, en de bevindingen komen overeen met micropunctuurstudies bij proefdieren, waaruit blijkt dat de lus van Henle de belangrijkste plaats van Mg-herabsorptie is. De effecten van thiazidediuretica op de Mg-uitscheiding zijn minder goed vastgesteld dan die van lusblokkerende diuretica. Experimentele studies tonen aan dat thiaziden weinig of geen direct effect hebben op het Mg-transport in het nefron. Sommige klinische studies wijzen er echter op dat thiazidebehandeling Mg-verlies kan induceren. Dit kan secundair zijn aan veranderingen in het renine-angiotensine-aldosteronsysteem en in het calcium- en parathyroïdhormoon en kan worden bevorderd door gelijktijdige behandeling met geneesmiddelen en de onderliggende ziektecondities. K-sparende diuretica worden gewoonlijk gelijktijdig met krachtiger diuretica toegediend om door diuretica veroorzaakte K-depletie tegen te gaan. Deze middelen werken in de late distale tubulus en de verzamelbuis. De laatste jaren zijn er steeds meer aanwijzingen dat deze middelen ook Mg-sparende eigenschappen kunnen hebben. Experimentele en klinische onderzoeken van onze eigen laboratoria en van andere onderzoekers zullen de revue passeren. In dierstudies is een dosis-respons relatie vastgesteld voor de werking van amiloride in het verminderen van de fractionele excretie van Mg en K tijdens furosemide-geïnduceerde diurese. De effecten van amiloride op de Mg-uitscheiding zijn geringer dan die op de K-uitscheiding, hetgeen verenigbaar is met de verschillende verwerking van K en Mg in de distale tubulus en de verzamelbuis. De effecten van aldosteronantagonisten op de Mg-uitscheiding zijn minder goed vastgesteld dan die van amiloride. Enkele recente studies wijzen erop dat ook remmers van omzettingsenzymen het Mg- en K-metabolisme kunnen beïnvloeden. De Mg-sparende werking van geneesmiddelen kan belangrijke therapeutische implicaties hebben.