Lancaster, county, zuidoost Pennsylvania, V.S., bestaande uit een heuvelachtig piedmontgebied, begrensd door de Susquehanna River in het westen, Conewago Creek in het noordwesten, en Octoraro Creek in het zuidoosten. Stuwmeren van de Susquehanna-rivier vormen de meren Clarke en Aldred en het Conowingo Reservoir. Het Susquehannock State Park ligt vlakbij het Muddy Run Reservoir. Andere waterwegen zijn de Conestoga River en Octoraro Lake, evenals Chickies, Little Conestoga, Pequea en Conowingo creeks.
De regio werd bewoond door de Duitse immigranten die bekend staan als Pennsylvania Dutch – waaronder mennonieten, Amish, Dunkers en Moraviërs – die religieuze genootschappen oprichtten zoals de Ephrata Community (1732-1814). Het graafschap werd in 1728 gesticht en genoemd naar Lancaster in Engeland. De stad Lancaster, de zetel van het graafschap, was kortstondig de nationale hoofdstad (27 september 1777) tijdens de Amerikaanse Revolutie en de tweede hoofdstad van de staat (1799-1812). In de stad bevindt zich het Franklin and Marshall College (opgericht in 1787). Het Fulton Opera House (gebouwd 1852), genoemd naar de ontwerper van de stoomboot en inwoner van het graafschap Robert Fulton, werd gebouwd op de plaats van de gevangenis van Lancaster, waar de Paxton Boys uit het graafschap Dauphin de laatste Susquehanna-indianen afslachtten tijdens de Indiaanse opstand die bekend staat als de oorlog van Pontiac (december 1763). In de county woonden James Buchanan, de 15e president van de V.S., en de abolitionist Thaddeus Stevens, en het stond bekend om de productie van Conestoga-wagens en Kentucky-geweren.
Inwoners van Lancaster county, een van de belangrijkste agrarische counties in Pennsylvania, verbouwen maïs, hooi, tabak, tarwe, gerst en vee (runderen, varkens en pluimvee). Andere belangrijke onderdelen van de economie zijn toerisme en industrie, met name drukkerijen, metaalproducten en voedingsmiddelen. Oppervlakte 2.458 km². Aantal inwoners. (2000) 470,658; (2010) 519,445.