De toque is een koksmuts die dateert uit de 16e eeuw. Verschillende hoogtes kunnen de rang in een keuken aangeven, en ze zijn ontworpen om te voorkomen dat het haar tijdens het koken in het voedsel valt. Het aantal plooien kan ook de expertise van een chef-kok aangeven, waarbij elke plooi een techniek vertegenwoordigt die onder de knie is.
In meer traditionele restaurants, vooral traditionele Franse restaurants, is de witte koksmantel standaard en wordt deze beschouwd als onderdeel van een traditioneel uniform en als een praktisch kokskledingstuk. De meeste serieuze koks dragen een witte jas om het belang en het hoge aanzien van hun beroep aan te geven. De dikke katoenen stof beschermt tegen de hitte van fornuizen en ovens en tegen spatten van kokende vloeistoffen. De jas met dubbele borst wordt gebruikt om de borst- en buikstreek van de drager te beschermen tegen brandwonden door spattende vloeistoffen. Dit kan ook worden omgekeerd om vlekken te verbergen. Geknoopte stoffen knopen werden gebruikt om veelvuldig wassen en contact met hete voorwerpen te overleven. Wit is bedoeld om reinheid aan te duiden en wordt over het algemeen gedragen door goed zichtbare chef-koks. Andere kleuren, zoals zwart, worden ook steeds populairder.
Het lange, brede koksschort biedt vele voordelen. Het wordt in de eerste plaats gedragen om veiligheidsredenen. Het schort vangt de grootste klap op, mocht er hete vloeistof over een pan lopen terwijl de kok deze draagt, en kan snel worden verwijderd om het van de onderkleding en benen weg te krijgen. Schorten die lang zijn en het grootste gedeelte van de voorkant van het lichaam bedekken, zijn zeer nuttig in restaurants en commerciële keukens. Gewoonlijk worden deze schorten slabbetjes genoemd, die alleen al vanwege het commerciële gebruik als uniform verkrijgbaar kunnen zijn met verstelbare halsbanden. Traditioneel was het doel van het schort ook de kleding van de drager te beschermen tegen voedselvlekken en geuren. Het wordt ook gebruikt als een handige doek om knoeiende handen af te vegen of om gewassen handen te drogen, hoewel dit tegenwoordig als onhygiënisch zou worden beschouwd. Soms bevat een schort zakken, zodat een kok zijn gereedschap gemakkelijk kan meenemen.
Deze verfraaiingen van het uniform dienen ook als een indicator tussen de grenzen van personeel in loondienst en tijdelijk of parttime personeel.
Koks kleding blijft een standaard in de voedingsindustrie. De traditie van het dragen van dit soort kleding gaat terug tot het midden van de 19e eeuw. Marie-Antoine Carême, een populaire Franse chef-kok, wordt gecrediteerd voor het ontwikkelen van het huidige uniform van de chef-kok. De toques werden reeds gebruikt, maar hij zocht een uniform dat de chef eer aandeed. Wit werd gekozen voor de jas van de chef als teken van reinheid. Later bracht de Franse meesterkok, Georges Auguste Escoffier, de traditionele koksmantel naar Londen, waar hij de restaurants in het Savoy Hotel en vervolgens in het Carlton Hotel leidde.