In O’Connors “A Good Man is Hard to Find” speelt de grootmoeder de rol van het hoofdpersonage. De hele plot van dit korte verhaal draait om het uiterlijk, de spraak, de handelingen en de gedachten van de grootmoeder. Dit personage straalt een aura uit van egoïstisch, onzorgvuldig, racistisch en bedrieglijk. Deze prominente kenmerken van de Grootmoeder kunnen worden gerealiseerd door haar gedachten en daden; ze is ook een hypocriet, er is een schril verschil in haar innerlijke gevoelens en uiterlijke gedrag, waardoor geleidelijk de hele plot van hypocrisie in het verhaal wordt ontvouwd.
De belangrijkste eigenschap van de Grootmoeder is zelfobsessie met haar eigen ik. In het begin van het verhaal spreekt ze de wens uit om Tennessee te bezoeken en niet Florida. Bijvoorbeeld: “De grootmoeder wilde niet naar Florida gaan. Ze wilde enkele van haar connecties in Oost-Tennessee bezoeken en ze greep elke kans aan om Baileys gedachten te veranderen.” (OConnor 351) Dit weerspiegelt niet alleen haar narcisme, maar ook haar hypocriete gedrag. Ze manipuleert zelfs haar zoon door te praten over de gevaren van een reis naar Florida, waar de gevaarlijke crimineel Misfit rondloopt. Maar omdat ze er niet in slaagt de familie te overtuigen, wil ze de kans om te reizen niet missen en vergezelt ze hen dus toch op de reis. Haar reislust wordt duidelijk als June Star zegt: “Ze zou voor geen miljoen dollar thuis willen blijven… bang om iets te missen. Ze moet overal heen waar we gaan.” (OConnor 351)
Daarnaast is de Grootmoeder meer bezorgd over haar bezittingen; bijvoorbeeld de kat en neemt die mee op reis, ook al weet ze dat haar zoon dat niet goedkeurt. Men zou de onvoorzichtigheid van de grootmoeder kunnen begrijpen door te zeggen: “Ze was niet van plan de kat drie dagen alleen in huis te laten, omdat hij haar te veel zou missen en ze bang was dat hij tegen een van haar gaspitten zou stoten en zichzelf per ongeluk zou verstikken. Haar zoon, Bailey, vond het niet leuk om met een kat in een motel aan te komen.” (OConnor 351) Vandaar dat haar eigen verlangens en egoïsme haar lieten handelen naar haar instincten. Op dezelfde manier vond het tragische einde van het gezin plaats omdat de Grootmoeder er tegen de zin van haar zoon Bailey op stond dat ze haar jeugdherinneringen wilde ophalen en een oud huis wilde bezoeken. “Ze wist dat Bailey geen tijd zou willen verliezen met het bekijken van een oud huis, maar hoe meer ze erover praatte, hoe meer ze het nog eens wilde zien en uitvinden of de kleine tweelingprieeltjes er nog stonden.” (O’Connor 351) Als dan de trawanten van de Misfit haar familieleden vermoorden, doet ze alsof ze om haar familie geeft, maar als hypocriet smeekt ze de Misfit niet om hun leven; en smeekt ze alleen om haar eigen leven: “You wouldn’t shoot a lady, would you?” zei de grootmoeder en haalde een schone zakdoek uit haar manchet en begon ermee in haar ogen te slaan. (OConnor 351)
Buiten dit was de grootmoeder ook een zeer racistisch persoon. Tijdens haar reis drijft ze de spot met het arme zwarte kind dat de familie tegenkomt. Ze uit haar racistisch vooroordeel door dat arme zwarte kind te noemen “Oh look at the cute little pickaninny!” zei ze en ze wees naar een negerkind dat in de deur van een krot stond. “Zou dat nu niet een plaatje zijn?” (O’Connor 351) Dit vooroordeel kwam ook duidelijk naar voren toen ze haar verhaal vertelde over de watermeloen, waarvan ze vermoedde dat die door een “negerkind” was gestolen; misschien omdat zwarten volgens stereotypen dieven zouden zijn, zoals de grootmoeder zich voorstelt. “Ze heeft de watermeloen nooit gekregen, zei ze, omdat een negerjongen hem heeft opgegeten toen hij de initialen zag, E. A. T. !” (O’Connor 351)
Daarnaast blijkt de Grootmoeder zelfs in elk aspect van het verhaal een oneerlijk en bedrieglijk persoon te zijn. In plaats van op reis te gaan naar Florida wil ze haar familie in Tennessee bezoeken en dus is ze bedrieglijk als ze tegen haar zoon liegt waarom ze allemaal Tennessee moeten bezoeken en niet Florida. “De kinderen zijn al eens in Florida geweest,” zei de oude vrouw. “Jullie zouden ze voor de verandering eens ergens anders mee naartoe moeten nemen, zodat ze andere delen van de wereld zien en het breed hebben. Ze zijn nog nooit in Oost-Tennessee geweest.” (O’Connor 351) Ook de grootmoeder is oneerlijk en bedrieglijk als ze de familie op slinkse wijze overhaalt om het oude huis te bezoeken. Ze lokt haar kleinkinderen naar het huis door te zeggen: “Er was een geheim paneel in dit huis,” zei ze listig, niet de waarheid vertellend maar wensend dat ze het was, “en het verhaal ging dat al het zilver van de familie erin verstopt was toen Sherman langskwam, maar het werd nooit gevonden …” (OConnor 351) Uiteindelijk, als de Misfit bezig is haar familie te vermoorden. De grootmoeder probeert hem te vleien dat hij een goed mens is en dat hij in Jezus en verlossing moet geloven. Ze gebruikt deze tactiek in de hoop dat de Misfit hem niet zou doden. “Luister,” zegt ze, “je moet jezelf niet de Mislukkeling noemen, want ik weet dat je in je hart een goed mens bent. Ik kan gewoon naar je kijken en het zien.” (OConnor 351) Maar de crimineel trapt niet in haar hypocriete plannen en doodt haar vervolgens ook.
Bibliografie
O’Connor, Flannery. Een goede man is moeilijk te vinden.