Kannibalisme, ook wel antropofagie genoemd, het eten van mensenvlees door mensen. De term is afgeleid van de Spaanse naam (Caríbales, of Caníbales) voor de Carib, een West-Indische stam die bekend staat om zijn kannibalisme. Kannibalisme is een wijdverbreid gebruik dat teruggaat tot de vroege geschiedenis van de mensheid en is aangetroffen bij volkeren op de meeste continenten.
Hoewel vele vroege verslagen van kannibalisme waarschijnlijk overdreven of foutief waren, bleef deze praktijk tot in de moderne tijd bestaan in delen van West- en Centraal Afrika, Melanesië (vooral Fiji), Nieuw Guinea, Australië, bij de Maori’s van Nieuw Zeeland, op sommige eilanden van Polynesië, bij stammen op Sumatra, en bij verschillende stammen van Noord- en Zuid Amerika.
In sommige streken werd mensenvlees beschouwd als een vorm van voedsel, soms gelijkgesteld met dierlijk voedsel, zoals wordt aangegeven in de Melanesische pidgin term long pig. Overwinnende Maori’s sneden vaak de lichamen van de doden na een veldslag in stukken en deden zich tegoed aan het vlees, en de Batak van Sumatra zouden mensenvlees op de markten hebben verkocht voordat zij volledig onder controle van de Nederlanders kwamen.
In andere gevallen was het eten van bepaalde porties of organen een ritueel middel waarmee bepaalde kwaliteiten van de gegeten persoon konden worden verkregen of waarmee krachten van hekserij of tovenarij konden worden aangewend. Rituele moord en kannibalisme in Afrika hielden vaak verband met tovenarij. Koppensnellers en anderen verorberden vaak stukjes van de lichamen of hoofden van overleden vijanden als middel om hun levenskracht of andere kwaliteiten te absorberen en hun krachten tot wraak te verminderen (zie ook koppensnellen). De Azteken beoefenden kannibalisme blijkbaar op grote schaal als onderdeel van de rituele religieuze opoffering van krijgsgevangenen en andere slachtoffers.
In sommige gevallen werd het lichaam van een dode ritueel opgegeten door zijn verwanten, een vorm die endokannibalisme wordt genoemd. Sommige Aboriginal Australiërs deden dit uit respect. In andere gevallen kwam ritueel kannibalisme voor als onderdeel van het drama van geheime genootschappen.
Er is niet één bevredigende en allesomvattende verklaring voor kannibalisme. Verschillende volkeren hebben het om verschillende redenen beoefend, en een groep kan in de ene context kannibalisme beoefenen en het in een andere context met afschuw bekijken. In ieder geval leidt de verspreiding van de modernisering gewoonlijk tot het verbod van dergelijke praktijken. In de moderne samenleving komt kannibalisme af en toe voor als gevolg van extreme fysieke noodzaak in geïsoleerde omgevingen.