Kakapo, (Strigops habroptilus), ook wel uilpapegaai genoemd, reusachtige loopneusachtige nachtelijke papegaai (familie Psittacidae) van Nieuw-Zeeland. Met een gezicht als een uil, een houding als een pinguïn, en een loopje als een eend, is de buitengewoon tamme en zachtaardige kakapo een van de vreemdste en zeldzaamste vogels op aarde.
De zwaarste van alle papegaaien ter wereld, de 64-cm (25-inch) kakapo weegt tot 6 kg (13 pond) en heeft een mos-kleurig groen-en-bruin verenkleed, een lange, afgeronde staart, en een stevige, stompe, lichtgele snavel. Op zijn bruingrijze poten waggelt de papegaai over lange afstanden naar voederplaatsen, waar hij planten naar hun sappen kauwt en wortelstokken opgraaft om ze met zijn geribbelde snavel te verpletteren. De mannetjes leggen paden aan naar uitgegraven paringsarena’s, leks genaamd, waar ze zich op traditionele plaatsen verzamelen om te roepen en te pronken voor de vrouwtjes. In een depressie ter grootte van een bord, vaak op de top van een rotsheuvel, blaast het mannetje zijn borst op als een opgeblazen brulkikker, zwaait zijn borstkas op, zwaait met zijn kop, en laat een resonante knal horen, zoals het geluid dat wordt gemaakt door over de top van een grote fles te blazen. De roep duurt de hele nacht en reikt tot een halve mijl (0,8 km). De vrouwtjes nestelen in holen in de grond, waar ze in hun eentje twee of drie witte, peervormige kuikens grootbrengen.
In de jaren vijftig werd gevreesd dat de soort was uitgestorven, als slachtoffer van concurrenten en roofdieren zoals ratten, wezels, katten en fretten, die zowel door Maori als door Europese immigranten werden geïntroduceerd. In 1961 werd er een gevangen en uit onderzoek van de Nieuw-Zeelandse Wildlife Service bleek dat er in 1977 nog enkele vogels waren overgebleven – allemaal mannetjes. Dat jaar werd een populatie van ongeveer 200 ontdekt op Stewart Island bij de zuidpunt van South Island, maar hier werden de vogels bedreigd door verwilderde katten. De regering evacueerde uiteindelijk 61 kakapo’s naar drie roofdiervrije eilandreservaten voor de kust. Het broedsucces in het wild is vergroot door een aanvullend voedselprogramma en kunstmatige broedmachines; er zijn echter nog maar ongeveer 100 kakapo’s over.