Behandelingsoverzicht
Intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI) is een geassisteerde voortplantingstechnologie (ART) die wordt gebruikt voor de behandeling van onvruchtbaarheidsproblemen die met sperma te maken hebben. ICSI wordt gebruikt om de bevruchtingsfase van in-vitrofertilisatie (IVF) te verbeteren door injectie van één spermacel in een rijpe eicel. De bevruchte eicel wordt vervolgens in de baarmoeder of eileider van de vrouw geplaatst.
Spermacollectie
Als sperma niet door middel van masturbatie kan worden verzameld, wordt het via een kleine incisie operatief uit een zaadbal verwijderd. Deze methode kan worden gebruikt als er een blokkade is waardoor sperma niet kan worden geëjaculeerd of als er een probleem is met de ontwikkeling van het sperma. Om te screenen op genetische problemen die van invloed kunnen zijn op het nageslacht, raden deskundigen aan dat mannen met weinig of geen sperma in hun sperma (niet door een blokkade) genetische tests laten doen voordat ze met ICSI beginnen.voetnoot 1
Ovulatie en eicelpickup
Om u voor te bereiden op een procedure waarbij uw eigen eicellen worden gebruikt, moet u dagelijks worden ingespoten en gedurende 2 weken nauwlettend in de gaten worden gehouden voordat de eicellen worden verzameld. Thuis injecteert u of uw partner u met gonadotrofine of follikelstimulerend hormoon (FSH) om uw eierstokken te stimuleren meerdere eicellen aan te maken. Dit wordt superovulatie genoemd. Na de eerste week controleert uw arts de oestrogeenspiegel in uw bloed en gebruikt hij een echografie om te zien of de eicellen in de follikels tot rijping komen. Tijdens de tweede week kan uw dosering veranderen op basis van de testresultaten en de echografie. Als de follikels zich volledig ontwikkelen, krijgt u een injectie met humaan choriongonadotrofine (hCG) om de follikels te stimuleren tot rijping. De rijpe eicellen worden 34 tot 36 uur later verzameld. Dit gebeurt met behulp van laparoscopie of naaldaspiratie via de buik naar de eierstokken.
Sperma-injectie en -overdracht
Een glazen hulpmiddel wordt gebruikt om een eicel op zijn plaats te houden. Een klein glazen buisje wordt gebruikt om één spermacel in de eicel te plaatsen. Na een nacht in het laboratorium te hebben gekweekt, wordt gecontroleerd of de eicellen bevrucht zijn. Na de incubatie worden de eicellen geselecteerd die met succes zijn bevrucht of die 3 tot 5 dagen de tijd hebben gehad om zich verder te ontwikkelen. Een of meer eicellen worden in de baarmoeder geplaatst met behulp van een dun, flexibel slangetje (katheter) dat via de baarmoederhals wordt ingebracht. Op basis van uw leeftijd en andere informatie over u, zal uw arts adviseren hoeveel embryo’s er moeten worden teruggeplaatst. De andere embryo’s kunnen worden ingevroren voor toekomstig gebruik.