Goed is een bijvoeglijk naamwoord. Goed is meestal een bijwoord. Well kan ook als bijvoeglijk naamwoord fungeren.
Veel amateurgrammatici houden ervan om het gebruik van deze twee woorden door mensen te corrigeren. Als iemand me vraagt hoe het met me gaat, antwoord ik meestal: “Met mij gaat het goed. Hoe gaat het met jou?” Ik kan u niet zeggen hoe vaak de persoon terugkomt met, “Het gaat goed, dank u,” en dat goed slaat alsof hij een volleybal in mijn gezicht terugspuugt. (Zie ook Can vs May.)
Om te zien waarom “Ik voel me goed” en “Ik voel me goed” beide volkomen acceptabele reacties zijn, nemen we het woord voor woord.
Goed
Goed is een bijvoeglijk naamwoord. Bijvoeglijke naamwoorden veranderen zelfstandige naamwoorden. Daar zijn we het toch over eens? Je kunt een goede dag of een goed moment hebben. Je kunt een goede hamburger eten of goede koffie drinken. Dag, tijd, hamburger en koffie zijn zelfstandige naamwoorden, dus gebruiken we bijvoeglijke naamwoorden om ze te modificeren.
Wanneer mensen zeggen: “Ik ben goed,” gebruiken ze goed om de ik te modificeren. De verwarring ontstaat omdat het werkwoord am er staat, waardoor mensen denken dat we een bijwoord nodig hebben. Bijvoorbeeld, je zou kunnen zeggen, “Ik speel slecht piano.” Het bijwoord slecht wijzigt het werkwoord spelen, dus die zin is correct.
Maar in de zin “Ik ben goed,” wijzigt goed I. Goed wijzigt am niet. Daarom is goed juist.
Goed
Goed is een bijwoord. Bijwoorden modificeren werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of andere bijwoorden. Om het voorbeeld van de piano nog eens te gebruiken, je zou kunnen zeggen: “Ik speel goed piano.” Het bijwoord goed wijzigt het werkwoord spelen. Je kunt ook goed zingen, goed dansen, goed spreken en nog veel meer dingen goed doen.
Hoewel goed ook een bijvoeglijk naamwoord kan zijn, meestal om iemand aan te duiden die in goede gezondheid verkeert. Als iemand ziek is, zeggen we: “Word gauw beter.” Dus als iemand zegt: “Het gaat goed met me”, dan gebruikt hij “goed” als bijvoeglijk naamwoord voor “ik”, ook al beseft hij dat niet. In feite zeggen ze: “Ik ben in goede gezondheid.”
Key takeaway
Om het samen te vatten: als iemand je vraagt hoe het met je gaat: “Het gaat goed” is correct. “Het gaat goed” is correct. Ga zo door.