Gelegen in het Woodside/Long Island City-gebied van Queens, is Calvary de eerste grote begraafplaats die buiten het eiland Manhattan werd aangelegd door de Trustees van St. Patrick’s Cathedral. De boerderij van Alsop, met een familiebegraafplaats en nog eens 115 acres, werd in 1845 aangekocht. De begraafplaats werd in augustus 1848 ingewijd door aartsbisschop John Hughes. In de loop van haar geschiedenis is er nog eens 250 acres bijgekomen. De vier grote afdelingen van Calvary, algemeen bekend als Old/First, Second, Third en Fourth, worden formeel aangeduid als de afdelingen van St. Callixtus, St. Agnes, St. Sebastian en St. Domitilla om overeen te komen met de oude Romeinse catacomben. De 365 acres zijn onderverdeeld in 71 genummerde en geïdentificeerde secties.
Een belangrijke kapel bevindt zich in First Calvary. Oorspronkelijk was het een geraamte, maar het werd vervangen door een kalkstenen gebouw dat in 1908 plechtig werd ingezegend door aartsbisschop John Farley. De kapel heeft een uniek ontwerp, met bas-reliëfsnijwerk boven de verschillende ingangen en wordt bekroond met een granieten beeld van het Heilig Hart van Jezus. Regelmatig wordt in deze kapel de Eucharistie gevierd voor hen die in Calvarie begraven liggen, op dit moment meer dan 1.750.000.