Het is winter. Het is soeptijd. Dus laten we het eens over de taal hebben en verder kijken dan de woorden. Wat is soep? Wat is het verschil met bisque? En hoe zit het met chowder?
Om te beginnen — en om het hier kort samen te vatten — heeft soep zijn oorsprong in alcohol, letterlijk (samen met roosteren, eigenlijk). Jaren geleden was er een broodachtige substantie genaamd sop, die in warme mede of wijn werd gegooid. Na verloop van tijd werd het woord minder geassocieerd met het brood en meer met de warme bouillon, die uiteindelijk de alcohol liet vallen en soep werd.
Zowel bisques als chowders zijn soorten soep. Ze zijn beide dik van aard, ze zijn beide van oorsprong Frans, en ze hebben beide hun oorsprong in zeevruchten. Maar ze verschillen van elkaar.
Hierover gaat het als volgt:
Bisques zijn gladde, romige soepen die sterk gekruid zijn en klassiek gebaseerd op schaaldieren als kreeft, krab of rivierkreeft.
De Golf van Biskaje is het grote waterlichaam dat ruwweg aan de westkust van Frankrijk tussen de noordkust van Spanje ligt. Ook worden de schaaldieren meestal twee keer gekookt, of bis cuites in het Frans, wanneer ze eerst worden gesauteerd en daarna gestoofd. Uit deze twee verhalen en de taalkundige wortels ontstaat de oorsprong van het woord bisque.
Chowder daarentegen is veel brokeriger dan bisque. We associëren het meestal met zeevruchten uit zowel New England als Manhattan, wat niet zo ver af ligt van de klassieke oorsprong. Het woord chowder zou afkomstig zijn van het Franse woord chaudron, wat een grote ketel is waarin vissers oorspronkelijk hun stoofpotten maakten.
Dus gooi er een paar crackers in, en ga aan de slag!