Een verwant punt van zorg is dat het voor de effectiviteit van een bepaalde behandeling van cruciaal belang kan zijn dat bepaalde hersengebieden of -functies intact zijn. Het aanleren van een nieuwe strategie kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van de integriteit van prefrontale corticale gebieden. Patiënten bij wie grote delen van dergelijke kritieke hersengebieden vernietigd zijn, zullen mogelijk niet zo goed reageren op bepaalde behandelingsbenaderingen. Het in kaart brengen van de laesies van patiënten die betrokken zijn bij proeven kan dus belangrijk zijn om variaties in de respons op therapie te begrijpen.
Gedragstherapie of apparaat-gemedieerde therapie
Het is nu algemeen erkend dat interventies die simpelweg proberen de verkenning van de contralesionale ruimte te verbeteren, bijvoorbeeld door de blik in die richting te richten bij zoektaken, effectief zijn in het verminderen van verwaarlozing bij die taken, maar dat deze verbeteringen niet generaliseren of ‘overgaan’ naar verbetering van verwaarlozing in het dagelijks leven. Wanneer patiënten in alledaagse situaties worden teruggeplaatst, scannen ze de verwaarloosde kant van de ruimte niet significant beter na een dergelijke training alleen. Echter, in combinatie met vibratie van de contralesionale nekspieren, zijn er aanwijzingen voor significante verbetering in neglect en functionele uitkomstmaten tot 2 maanden follow-up (Schindler et al., 2002). Aangenomen wordt dat vibratie van de nekspieren een recentere oriëntatie van het egocentrische referentiekader bewerkstelligt, door een illusoire wijziging van de afferente informatie betreffende de oriëntatie van het hoofd in de ruimte.
In de afgelopen jaren is er ook veel belangstelling geweest voor prisma aanpassing als een middel om neglect te verbeteren (Rossetti et al., 1998; Frassinetti et al., 2002). Het proces van aanpassing aan rechtsdraaiende prisma’s lijkt te leiden tot langdurige verbeteringen in linkszijdige verwaarlozing. De mechanismen die ten grondslag liggen aan deze gedragsverandering blijven echter controversieel, en het is duidelijk geworden dat niet alle patiënten reageren op deze vorm van interventie.
Patiënten leren om zelf alert te worden of een waarschuwingsapparaat te gebruiken dat hen wakker maakt, heeft bij sommige individuen voordelen laten zien, evenals ledemaatactivatietherapie waarbij de aandacht wordt gericht op de contralesionale hand (Robertson, 1999).
Sommige groepen hebben verbeteringen gerapporteerd in neglect na repetitieve transcraniële magnetische stimulatie toegediend op de contralesionale hemisfeer (bv. Oliveri et al., 2001).
Neurofarmacologische modulatie
Twee verschillende klassen van farmacologische middelen zijn gebruikt, gericht op dopaminerge, noradrenerge, of beide systemen. Dopaminerge middelen zoals levodopa, bromocriptine en apomorfine zouden bij sommige personen positieve effecten hebben, maar de studies zijn uiterst klein en de gerapporteerde reacties variëren (Fleet et al., 1987; Geminiani et al., 1998; Grujic et al., 1998; Mukand et al., 2001). De α2-noradrenerge agonist, guanfacine, die met succes is gebruikt bij sommige kinderen met aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, kan ook nuttig zijn bij sommige personen met verwaarlozing (Malhotra e.a., 2006). Ook hier kunnen de mate van hersenbeschadiging en de integriteit van kritieke hersengebieden factoren zijn die de variabiliteit in respons verklaren.
Er zijn geen pogingen gerapporteerd om gedragsmatige of op hulpmiddelen gebaseerde interventies te combineren met neurofarmacologische modulatie. In de toekomst zou een dergelijke gelijktijdige behandeling een zeer krachtige aanpak kunnen zijn als er synergetische effecten zouden zijn.
Interne referenties
- Larry Weiskrantz (2007) Blindsight. Scholarpedia, 2(4):3047.
- Keith Rayner en Monica Castelhano (2007) Oogbewegingen. Scholarpedia, 2(10):3649.
- Jeremy Wolfe en Todd S. Horowitz (2008) Visueel zoeken. Scholarpedia, 3(7):3325.
- Steven J. Luck (2007) Visueel kortetermijngeheugen. Scholarpedia, 2(6):3328.
- Kimron L. Shapiro, Jane Raymond en Karen Arnell (2009) Attentional blink. Scholarpedia, 4(6):3320.
Aanbevolen lectuur
Bruikbare algemene recensies zijn onder meer:
Boeken met diepgaande recensies en meningen zijn onder meer:
Figuur 5: Masud Husain.
De webpagina’s van de auteur:
- Husain Lab Institute of Cognitive Neuroscience webpagina
- Husain Lab Institute of Neurology webpagina
- Vision@UCL
Andere laboratoria:
- Bartolomeo Lab
- Berti Lab
- Buxbaum Lab
- Behrmann Lab
- Chatterjee Lab
- Corbetta Lab
- Coslett Lab
- Danckert Lab
- Driver Lab
- Ferber Lab
- Fink Lab
- Goodale Lab
- Halligan Lab
- Humphreys Lab
- Jackson Lab
- Karnath Lab
- Mattingley Lab
- Milner Lab
- Rafal Lab
- Rees Lab
- Riddoch Lab
- Rizzolatti Lab
- Ian Robertson’s Lab
- Lynn Robertson’s Lab
- Rossetti Lab
- Vuilleumier Lab
- Walker Lab
Zie ook
Oplettendheid, Visueel zoeken, Kortetermijn visueel geheugen