(New York) – Het onvermogen van de Haïtiaanse rechtbanken om voormalig dictator Jean-Claude “Baby Doc” Duvalier voor de rechter te brengen, heeft zijn talloze Haïtiaanse slachtoffers beroofd van de gerechtigheid die zij zochten, aldus Human Rights Watch vandaag. Duvalier’s dood werd gemeld op 4 oktober 2014.
“Het is een schande dat het Haïtiaanse rechtssysteem Baby Doc Duvalier niet voor de rechter kon brengen voordat hij stierf,” zei Reed Brody, speciaal raadsman bij Human Rights Watch, die samenwerkte met Duvalier’s slachtoffers. “Duvalier’s dood berooft Haïti van wat het belangrijkste mensenrechtenproces in zijn geschiedenis had kunnen zijn.”
Duvalier erfde de macht van zijn vader, dictator François “Papa Doc” Duvalier, en regeerde Haïti van 1971 tot 1986. Tijdens het bewind van zijn zoon werd Haïti gekenmerkt door systematische schendingen van de mensenrechten. Honderden politieke gevangenen die werden vastgehouden in een netwerk van gevangenissen dat bekend staat als de “driehoek van de dood” stierven als gevolg van hun buitengewoon wrede behandeling. Anderen werden het slachtoffer van buitengerechtelijke executies. Duvalier’s regering sloot herhaaldelijk onafhankelijke kranten en radiostations. Journalisten werden geslagen en in sommige gevallen gemarteld, gevangen gezet of gedwongen in ballingschap te gaan.
Toen “Baby Doc” Duvalier op 16 januari 2011 bij verrassing terugkeerde naar Haïti, na een ballingschap van 25 jaar in Frankrijk, heropenden de autoriteiten een strafzaak tegen hem. In januari 2012 oordeelde een onderzoeksrechter dat de verjaringstermijn van de mensenrechtenschendingen waarvan hij werd beschuldigd, was verstreken. Zijn slachtoffers gingen in beroep. In februari 2013 gelastte een hof van beroep Duvalier om te getuigen, net als veel van de slachtoffers van zijn regering, maar pas in februari 2014 herstelde het hof de aanklacht, zeggende dat het internationaal recht het gebruik van verjaring voor misdaden tegen de menselijkheid verbiedt. Een van de rechters van het hof van beroep nam het onderzoek over en was bezig met het interviewen van slachtoffers en getuigen toen Duvalier stierf.
“Duvalier’s verschijning voor de rechtbank in 2013 om te worden ondervraagd over zijn vermeende misdaden was een kritiek moment in een land waar de rijken en machtigen altijd boven de wet hebben gestaan,” zei Brody. “Een eerlijk proces voor Duvalier had een einde kunnen maken aan de straffeloosheid die het verleden van Haïti heeft gekenmerkt en waarschijnlijk zijn toekomst zal teisteren.”
Een rapport van Human Rights Watch, “Haiti’s Rendez-vous With History: The Case of Jean-Claude Duvalier,” onderzocht de juridische en praktische vragen rond de zaak en concludeerde dat Haïti volgens internationaal recht de verplichting had om de ernstige schendingen van mensenrechten onder Duvaliers bewind te onderzoeken en te vervolgen. Het rapport, gepubliceerd in april 2011, behandelde ook Haïti’s capaciteit om het proces uit te voeren, de kwestie van de verjaring, en Duvalier’s persoonlijke betrokkenheid bij vermeende criminele handelingen.
“Een Haïtiaans spreekwoord zegt ‘Hij die de klap geeft vergeet; hij die het litteken draagt herinnert zich,'” zei Brody. “Duvalier is misschien vergeten welke klappen hij het Haïtiaanse volk heeft toegebracht, maar zijn slachtoffers herinneren het zich.