Inleiding: Het doel van deze studie was het analyseren van de verspreiding en karakteristieken van gebarsten tanden en het evalueren van het resultaat van wortelkanaalbehandelingen (RCT’s) voor gebarsten tanden. De prognostische factoren voor het overleven van de tanden werden onderzocht.
Methoden: Gedurende de onderzoeksperiode van 5 jaar werden 175 gebitselementen met scheurtjes geïdentificeerd. Er werden gegevens verzameld over de leeftijd, het geslacht, het type gebitselement, de plaats en richting van de scheurtjes, de sondeerdiepte, de vitaliteit van de pulpa, het type restauratie, de classificatie van de caviteit, de tegenoverliggende gebitselementen en de voorgeschiedenis van de endodontische behandeling van de patiënten. Gebarsten tanden werden behandeld met verschillende behandelmethoden, en de 2-jaars overleving na RCT werd geanalyseerd met de Kaplan-Meier methode waarbij significantie werd vastgesteld met de log-rank test. Mogelijke prognostische factoren werden onderzocht met behulp van Cox multivariate proportionele hazards modellering.
Resultaten: Honderdvijfenzeventig gebitselementen werden gediagnosticeerd met scheuren. De meeste patiënten waren tussen 50 en 60 jaar oud (32,0%) of ouder dan 60 jaar (32,6%). De onderste tweede molaar was het vaakst (25,1%) aangetaste gebitselement. Intacte tanden (34,3%) of tanden met klasse I caviteitsrestauraties (32,0%) vertoonden een hogere incidentie van scheuren. Het 2-jaars overlevingspercentage van 88 gebarsten tanden na RCT was 90,0%. Een sondeerdiepte van meer dan 6 mm was een significante prognostische factor voor de overleving van via RCT gerestaureerde gebarsten tanden. Het overlevingspercentage van met wortels gevulde gescheurde tanden met een sondeerdiepte van meer dan 6 mm was 74,1%, wat significant lager is dan dat van tanden met een sondeerdiepte van minder dan 6 mm (96,8%) (P = .003).
Conclusies: Scheurtjes werden vaak gevonden in de onderste tweede molaren en intacte tanden. RCT was een betrouwbare behandeling voor gebarsten tanden met een 2-jaars overlevingspercentage van 90,0%. Diepe sondeerdiepten bleken een significante klinische factor te zijn voor de overleving van gebarsten tanden behandeld met RCT.