De overheidssector en fiscaal beleid
De overheidssector, die overheidsuitgaven, belastinginkomsten en leningen omvat, speelt een cruciale rol in elke gemengde economie.
Het doel van overheidsuitgaven
De overheid geeft geld uit om verschillende redenen, waaronder:
- Om goederen en diensten te leveren die de particuliere sector niet zou doen, zoals publieke goederen, waaronder defensie, wegen en bruggen; goederen van verdienste, zoals ziekenhuizen en scholen; en sociale uitkeringen en uitkeringen, waaronder werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.
- Om verbeteringen aan de aanbodzijde van de macro-economie tot stand te brengen, zoals uitgaven voor onderwijs en opleiding om de arbeidsproductiviteit te verhogen.
- Om de negatieve effecten van externe effecten, zoals bestrijding van vervuiling, te verminderen.
- Om bedrijfstakken te subsidiëren die financiële steun nodig kunnen hebben, die niet beschikbaar is bij de particuliere sector. Zo is het onwaarschijnlijk dat vervoersinfrastructuurprojecten particuliere financiering aantrekken, tenzij de overheid een deel van de risicovolle financiering verstrekt, zoals in het geval van het Britse Private Finance Initiative – PFI. In 2009 verstrekte de Britse regering enorme subsidies aan de Britse banksector om de financiële crisis het hoofd te helpen bieden. Ook de landbouw is een sector die grote overheidssubsidies ontvangt. Zie: GLB.
- Het helpen herverdelen van inkomen en het bereiken van meer gelijkheid.
- Het injecteren van extra uitgaven in de macro-economie, om te helpen bij het bereiken van stijgingen in de totale vraag en de economische activiteit. Een dergelijke stimulans maakt deel uit van het discretionaire begrotingsbeleid.
De lokale overheid is van groot belang voor het beheer van de uitgaven. Zo worden bijvoorbeeld de uitgaven voor de NHS en het onderwijs op lokaal niveau beheerd, via de lokale overheden. Ongeveer 75% van alle overheidsuitgaven wordt gedaan door de centrale overheid en 25% door de lokale overheid.
Uitgaven van de centrale en lokale overheid (publieke sector)
Het gebruik van overheidsuitgaven om de economische bedrijvigheid te stimuleren is voor opeenvolgende regeringen een belangrijke optie geweest sinds de jaren dertig van de vorige eeuw, toen de Britse econoom John Maynard Keynes betoogde dat de overheidsuitgaven moesten worden verhoogd wanneer de particuliere uitgaven en investeringen ontoereikend waren. Er zijn twee soorten uitgaven:
- Lopende uitgaven, dat zijn uitgaven voor lonen en grondstoffen. Lopende uitgaven zijn kortlopend en moeten elk jaar worden vernieuwd.
- Kapitaaluitgaven, dat zijn uitgaven voor fysieke activa zoals wegen, bruggen, ziekenhuisgebouwen en apparatuur. Kapitaaluitgaven zijn langetermijnuitgaven omdat ze niet elk jaar hoeven te worden vernieuwd – ze worden ook wel uitgaven aan ‘sociaal kapitaal’ genoemd.
Waar gaan de uitgaven naartoe?
De belangrijkste gebieden van de Britse overheidsuitgaven in 2016, die in totaal £761.9 mld. bedroegen, waren:
- Sociale bescherming (pensioenen, belastingkredieten en andere uitkeringen)
- Gezondheid
- Onderwijs
- Rente op schulden
- Defensie