Condooms en SOA’s: Factsheet for Public Health Personnel Cdc-pdf
Consistent en correct gebruik van latex condooms voor mannen kan het risico op SOA-overdracht verminderen (maar niet uitsluiten). Om een maximaal beschermend effect te bereiken, moeten condooms zowel consequent als correct worden gebruikt. Onregelmatig gebruik kan leiden tot het oplopen van SOA’s, omdat overdracht kan plaatsvinden door een enkele geslachtsgemeenschap met een besmette partner. Als condooms niet correct worden gebruikt, kan de beschermende werking ook afnemen, zelfs als ze wel consequent worden gebruikt. De meest betrouwbare manieren om de overdracht van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s), waaronder het humaan immunodeficiëntievirus (HIV), te voorkomen, zijn zich te onthouden van seksuele activiteit of een langdurige, wederzijds monogame relatie te hebben met een niet-geïnfecteerde partner. Veel geïnfecteerde personen zijn zich echter niet bewust van hun infectie omdat SOA’s vaak asymptomatisch zijn of niet worden herkend.
Dit informatieblad presenteert bewijsmateriaal over het latex condoom voor mannen en de preventie van SOA’s, inclusief HIV, gebaseerd op informatie over hoe verschillende SOA’s worden overgedragen, de fysieke eigenschappen van condooms, de anatomische dekking of bescherming die condooms bieden, en epidemiologische studies die condoomgebruik en SOA-risico beoordelen. Deze factsheet actualiseert eerdere CDC-factsheets over de effectiviteit van condooms voor mannen voor de preventie van SOA’s door aanvullende, op bewijs gebaseerde bevindingen uit gepubliceerde epidemiologische studies op te nemen.
Seksueel overdraagbare aandoeningen, waaronder HIV-infectie
Latexcondooms zijn, bij consequent en correct gebruik, zeer effectief in het voorkomen van seksuele overdracht van HIV, het virus dat AIDS veroorzaakt. Bovendien vermindert consequent en correct gebruik van latexcondooms het risico van andere seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s), waaronder ziekten die door genitale afscheidingen worden overgedragen, en in mindere mate genitale zweerziekten. Condoomgebruik kan het risico op genitale infectie met het humaan papillomavirus (HPV) en HPV-gerelateerde ziekten, zoals genitale wratten en baarmoederhalskanker, verminderen.
Er zijn twee primaire manieren waarop SOA’s worden overgedragen. Sommige ziekten, zoals HIV-infectie, gonorroe, chlamydia en trichomoniasis, worden overgedragen wanneer geïnfecteerde urethrale of vaginale afscheidingen in contact komen met slijmvliesoppervlakken (zoals de mannelijke urethra, de vagina of de baarmoederhals). Daarentegen worden genitale zweerziekten (zoals herpes genitalis, syfilis en chancroid) en infectie met het humaan papillomavirus (HPV) hoofdzakelijk overgedragen door contact met besmette huid- of slijmvliesoppervlakken.
Laboratoriumonderzoek heeft aangetoond dat latexcondooms een in wezen ondoordringbare barrière vormen voor deeltjes ter grootte van SOA-pathogenen.
Theoretische en empirische basis voor bescherming. Van condooms kan worden verwacht dat zij verschillende niveaus van bescherming bieden voor verschillende SOA’s, afhankelijk van verschillen in de manier waarop de ziekten worden overgedragen. Condooms blokkeren de overdracht en het oplopen van SOA’s door contact tussen de penis van de condoomdrager en de huid, het slijmvlies en de genitale secreties van de sekspartner te voorkomen. Er wordt een hogere mate van bescherming geboden voor ziekten die via genitale afscheidingen worden overgedragen. Voor genitale ulcera of HPV wordt een geringere bescherming geboden, omdat deze infecties ook kunnen worden overgedragen door blootstelling aan gebieden (bv. geïnfecteerde huid of slijmvliesoppervlakken) die niet door het condoom worden bedekt of beschermd.
Epidemiologische studies trachten het beschermende effect van condooms te meten door het risico op SOA-overdracht te vergelijken tussen condoomgebruikers en niet-gebruikers die aan seksuele betrekkingen deelnemen. Het nauwkeurig inschatten van de doeltreffendheid van condooms voor de preventie van SOA’s is echter methodologisch een uitdaging. Goed opgezette studies hebben betrekking op sleutelfactoren zoals de mate waarin het condoomgebruik consequent en correct is geweest en of de vastgestelde infectie incidenteel (d.w.z. nieuw) of prevalent (d.w.z. reeds bestaand) is. Van bijzonder belang is dat de studie zo wordt opgezet dat de geëvalueerde populatie tijdens de periode waarin het condoomgebruik wordt beoordeeld, aantoonbaar aan de betrokken SOA is blootgesteld. Hoewel consequent en correct condoomgebruik inherent moeilijk te meten is, omdat dergelijke studies waarnemingen van privégedrag zouden impliceren, hebben verschillende gepubliceerde studies aangetoond dat het niet correct meten van deze factoren vaak leidt tot onderschatting van de doeltreffendheid van condooms.
Epidemiologische studies geven nuttige informatie over de omvang van de vermindering van het SOA-risico als gevolg van condoomgebruik. Een uitgebreid literatuuroverzicht bevestigt dat de beste epidemiologische studies naar de doeltreffendheid van condooms betrekking hebben op HIV-infectie. Talrijke studies van ongelijke paren (waarbij slechts één partner besmet is) hebben aangetoond dat het consequente gebruik van latexcondooms zeer doeltreffend is om seksueel overdraagbare HIV-infectie te voorkomen. Ook is uit studies gebleken dat condoomgebruik het risico van andere SOA’s vermindert. De algemene bewijskracht voor de doeltreffendheid van condooms om het risico van andere SOA’s te verminderen, is echter niet van hetzelfde niveau als die voor HIV, vooral omdat er minder methodologisch degelijke en goed opgezette studies over andere SOA’s zijn uitgevoerd. Kritische reviews van alle studies, met zowel positieve als negatieve bevindingen (waarnaar hier wordt verwezen) wijzen op de beperkingen in de studieopzet in sommige studies die resulteren in onderschatting van de doeltreffendheid van condooms; daarom is het echte beschermende effect waarschijnlijk groter dan het waargenomen effect.
Over het algemeen hebben de meeste beschikbare epidemiologische studies aangetoond dat condooms, wanneer ze consequent en correct worden gebruikt, zeer doeltreffend zijn in het voorkomen van de seksuele overdracht van HIV-infectie en het risico van andere SOA’s verminderen.
Top van pagina
HIV, het virus dat AIDS veroorzaakt
Latex condooms zijn, bij consequent en correct gebruik, zeer effectief in het voorkomen van de seksuele overdracht van HIV, het virus dat AIDS veroorzaakt.
Hierna volgt specifieke informatie over HIV-infectie, door genitale afscheidingen overgedragen ziekten, genitale zweerziekten en HPV-infectie, met inbegrip van informatie over laboratoriumstudies, de theoretische basis voor bescherming en epidemiologische studies.
HIV-infectie is veruit de dodelijkste SOA, en er bestaat aanzienlijk meer wetenschappelijk bewijs over de doeltreffendheid van condooms voor de preventie van HIV-infectie dan voor andere SOA’s. Het onderzoek naar de doeltreffendheid van latexcondooms bij de preventie van seksuele besmetting met HIV is uitgebreid en overtuigend. Het vermogen van latex condooms om overdracht van HIV te voorkomen is wetenschappelijk vastgesteld in “real-life” studies met seksueel actieve paren en in laboratoriumstudies.
Laboratoriumstudies hebben aangetoond dat latex condooms een in wezen ondoordringbare barrière vormen voor deeltjes ter grootte van HIV.
Theoretische basis voor bescherming. Latex condooms bedekken de penis en vormen een effectieve barrière voor blootstelling aan afscheidingen zoals urethrale en vaginale afscheidingen, waardoor de weg van seksuele overdracht van HIV-infectie wordt geblokkeerd.
Epidemiologische studies die zijn uitgevoerd in real-life settings, waarbij de ene partner besmet is met HIV en de andere partner niet, tonen aan dat het consequente gebruik van latex condooms een hoge mate van bescherming biedt.
Top van pagina
Andere door genitale afscheidingen overgedragen ziekten, waaronder gonorroe, chlamydia en trichomoniasis
Latexcondooms verminderen bij consequent en correct gebruik het risico op overdracht van SOA’s zoals gonorroe, chlamydia en trichomoniasis.
STD’s zoals gonorroe, chlamydia, en trichomoniasis worden seksueel overgedragen door genitale afscheidingen, zoals urethrale of vaginale afscheidingen.
Laboratoriumstudies hebben aangetoond dat latex condooms een in wezen ondoordringbare barrière vormen voor deeltjes ter grootte van STD-pathogenen.
Theoretische basis voor bescherming. De fysische eigenschappen van latex condooms beschermen tegen ziekten als gonorroe, chlamydia en trichomoniasis door een barrière te vormen voor de genitale afscheidingen die SOA-veroorzakende organismen overdragen.
Epidemiologische studies die de infectiepercentages onder condoomgebruikers en niet-gebruikers vergelijken, leveren het bewijs dat latex condooms kunnen beschermen tegen de overdracht van SOA’s zoals chlamydia, gonorroe en trichomoniasis.
Top van pagina
Genitale ulcera en HPV-infecties
Genitale ulcera en HPV-infecties kunnen zowel voorkomen in de mannelijke als in de vrouwelijke genitale zones die bedekt of beschermd zijn door een latexcondoom, maar ook in zones die niet bedekt zijn. Consequent en correct gebruik van latex condooms vermindert het risico op genitale herpes, syfilis en chancroid alleen wanneer de geïnfecteerde zone of de plaats van mogelijke blootstelling beschermd is. Condoomgebruik kan het risico op HPV-infectie en HPV-gerelateerde ziekten (bv. genitale wratten en baarmoederhalskanker) verminderen.
Genitale ulcusziekten omvatten genitale herpes, syfilis en chancroid. Deze ziekten worden hoofdzakelijk overgedragen door “huid-op-huid”-contact van zweren/zweren of geïnfecteerde huid die er normaal uitziet. HPV-infecties worden overgedragen door contact met geïnfecteerde genitale huid of mucosale oppervlakken/secreties. Genitale ulcera en HPV-infecties kunnen zich zowel voordoen in de mannelijke als in de vrouwelijke genitale zones die bedekt zijn (beschermd door het condoom) als in de zones die dat niet zijn.
Laboratoriumstudies hebben aangetoond dat latexcondooms een in wezen ondoordringbare barrière vormen voor deeltjes ter grootte van SOA-pathogenen.
Theoretische basis voor bescherming. Bescherming tegen genitale ulcera en HPV hangt af van de plaats van de zweer/ulcus of infectie. Latex condooms kunnen alleen bescherming bieden tegen overdracht wanneer de zweren of infecties zich bevinden op genitale plaatsen die bedekt of beschermd zijn door het condoom. Bijgevolg kan worden verwacht dat consequent en correct gebruik van latexcondooms in sommige, maar niet alle gevallen bescherming biedt tegen de overdracht van genitale zweren en HPV.
Epidemiologische studies die de infectiepercentages onder condoomgebruikers en niet-gebruikers vergelijken, leveren aanwijzingen dat latexcondooms een beperkte bescherming bieden tegen de overdracht van syfilis en herpes simplex virus-2. Geen overtuigende studies hebben specifiek de overdracht van chancroïd en condoomgebruik onderzocht, hoewel verscheidene studies een verminderd risico van genitale ulcera hebben gedocumenteerd in verband met een verhoogd condoomgebruik in omgevingen waar chancroïd een belangrijke oorzaak van genitale ulcera is.
Condoomgebruik kan het risico van HPV-gerelateerde ziekten (bv, genitale wratten en baarmoederhalskanker) en kan de andere nadelige gevolgen van infectie met HPV verzachten; condoomgebruik is in verband gebracht met hogere percentages regressie van cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN) en klaring van HPV-infectie bij vrouwen, en met regressie van HPV-geassocieerde penillaire laesies bij mannen. Een beperkt aantal prospectieve studies heeft een beschermend effect van condooms op de verwerving van genitale HPV aangetoond.
Hoewel condoomgebruik in verband is gebracht met een lager risico op baarmoederhalskanker, mag het gebruik van condooms niet in de plaats komen van routinematige screening met uitstrijkjes om baarmoederhalskanker op te sporen en te voorkomen, noch mag het in de plaats komen van HPV-vaccinatie bij degenen die voor het vaccin in aanmerking komen.