Algemeen overzicht
Een habitat kan een kwelder, een weide of een dennenbos zijn, maar een habitat kan ook op landschapsniveau worden herkend als een toendratype of een diepzeeslib dat enkele honderden vierkante kilometers beslaat. Aan het andere uiterste kan het gaan om een microhabitat van minder dan 1 m², bijvoorbeeld rottend hout, of dierlijke mest in graslandmilieus.
Een habitat of een groep verwante habitats kan worden beschouwd als een ecosysteem. Ecosystemen zijn dynamische complexen van gemeenschappen van planten, dieren en micro-organismen en hun niet-levende omgeving, die op elkaar inwerken en functionele eenheden vormen.
Lees ook EMA briefing: Underpinning European policy on nature conservation – Revision of the EUNIS habitat classification
Habitats veranderen in de loop van de tijd. Veranderingen kunnen langzaam of snel gaan, natuurlijk of door de mens veroorzaakt zijn. Sommige menselijke activiteiten kunnen catastrofaal zijn of grote veranderingen in bepaalde habitats teweegbrengen, waardoor deze kunnen instorten, terwijl andere activiteiten weer habitats kunnen doen ontstaan, zoals is gebeurd in de vele semi-natuurlijke habitats met een rijke biodiversiteit in Europa. Sommige habitats zijn rijk aan soorten of kunnen bedreigde soorten herbergen, sommige zijn verbonden met culturele of historische waarden en sommige worden gewaardeerd om hun hoge esthetische waarde.
Er zijn in de loop van de tijd diverse classificaties van habitats opgesteld om ze nauwkeurig te beschrijven en de instandhoudingsinspanningen doelgerichter te maken. Sinds 1995 is de EUNIS-habitatclassificatie ontwikkeld door het EMA en zijn Europees Thematisch Centrum inzake biologische diversiteit (ETC/BD), met de steun van een groot aantal bijdragers. EUNIS bestrijkt het hele Europese land- en zeegebied. Er bestaan dwarsverbanden tussen de EUNIS-habitatclassificatie en andere classificaties en initiatieven om habitats in kaart te brengen, zoals de Palearctische classificatie, de Coriene biotopen (beide voorlopers van EUNIS), de Coriene landbedekkingsklassen, vegetatietypen op basis van fytosociologie, enzovoort, alsmede de habitats van communautair belang die in bijlage I van de Habitatrichtlijn zijn opgenomen. Dankzij deze koppelingen met gelijkwaardige habitattypes uit verschillende classificaties (“crosswalks”) kan de EUNIS-classificatie een gemeenschappelijke taal zijn en gegevens uit verschillende bronnen en landen in een gemeenschappelijk kader helpen gebruiken.
Kobberdam geïnundeerd bos Hellebaek, DK. Foto: Andrus Meiner
Er zijn verschillende manieren om de huidige toestand van habitats te beoordelen. Een daarvan is de beoordeling op biogeografisch niveau (zowel door de lidstaten als door de EU) van de “staat van instandhouding” van de in bijlage I van de EU-Habitatrichtlijn opgenomen habitats, die om de zes jaar wordt uitgevoerd. Een ander voorbeeld is de beoordeling van het “risico van instorting” van mariene, terrestrische en zoetwaterhabitats in de Europese Unie en aangrenzende regio’s, die onlangs is uitgevoerd en gepubliceerd als de Europese Rode Lijst van Habitats.
Europees beleid inzake habitats
In 1992 heeft de EU Richtlijn 92/43/EEG van de Raad inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna aangenomen, bekend als de Habitatrichtlijn. Bijlage I van deze richtlijn bevat een lijst van de natuurlijke en semi-natuurlijke habitats van communautair belang die dreigen te verdwijnen, een klein natuurlijk verspreidingsgebied hebben of opmerkelijke voorbeelden zijn van typische kenmerken van een of meer van de biogeografische regio’s van Europa. De gebieden met de in bijlage I genoemde typen habitats vormen een van de onderdelen van het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden in de gehele EU.
Ook het Verdrag van Bern uit 1979 is een bindend internationaal rechtsinstrument op het gebied van natuurbehoud dat het grootste deel van het natuurlijke erfgoed van het Europese continent bestrijkt. Resolutie 4 van het Verdrag (aangenomen in 1996) bevat een lijst van bedreigde natuurlijke habitats die specifieke instandhoudingsmaatregelen vereisen, en de daaruit voortvloeiende aanwijzing van gebieden van bijzonder belang voor de instandhouding, die het Emerald-netwerk vormen; het ‘zusternetwerk’ van Natura 2000 voor niet tot de EU behorende partijen bij het Verdrag.
De EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020 is erop gericht het verlies aan biodiversiteit en ecosysteemdiensten in de EU een halt toe te roepen en het wereldwijde verlies aan biodiversiteit tegen 2020 een halt toe te helpen roepen. Zij weerspiegelt de verbintenissen die de EU in 2010 is aangegaan in het kader van het internationale Verdrag inzake biologische diversiteit. Doelstelling 1 van de strategie is de achteruitgang in de staat van instandhouding van alle onder de natuurwetgeving van de EU vallende habitats een halt toe te roepen en een significante en meetbare verbetering tot stand te brengen, zodat tegen 2020, in vergelijking met de huidige beoordelingen, 100 % meer habitatbeoordelingen een verbeterde staat van instandhouding te zien geven. Doelstelling 2 van de strategie is gericht op de instandhouding en verbetering van ecosystemen en ecosysteemdiensten door groene infrastructuur in de ruimtelijke ordening op te nemen, en op het herstel van ten minste 15 % van de aangetaste ecosystemen tegen 2020.
Gecentraliseerde informatie over het Europese biodiversiteitsbeleid is te vinden in het Biodiversiteitsinformatiesysteem voor Europa (BISE).
Kalkrijke geërodeerde rotsen in Castelluzzo, IT. Foto: Andrus Meiner
EA-activiteiten
Het EMA is de beheerder van de EUNIS-habitatclassificatie en onderhoudt en herziet deze voortdurend.
In de jaren negentig is EUNIS opgezet als een database met informatie over Europese beschermde gebieden, habitattypen en soorten. Uit deze databank zijn de EUNIS-habitatclassificatie en de EUNIS-webtoepassing voortgekomen, waarin drie onderling gekoppelde modules over habitattypes, soorten en gebieden zijn samengebracht.
De EUNIS-habitatclassificatie en de EUNIS-webtoepassing maken deel uit van het Europees Datacentrum voor Biodiversiteit (BDC), dat bij het EMA is ondergebracht, en dragen bij tot de kennisbasis voor de uitvoering van EU- en mondiale biodiversiteitsstrategieën en het Zevende Milieuactieprogramma.
De algemene werkzaamheden van het EMA op het gebied van habitats omvatten de terbeschikkingstelling van IT-infrastructuur voor rapportage, de samenstelling van Europese gegevensreeksen op basis van door landen gerapporteerde gegevens en gegevens uit bronnen zoals Europese vegetatiedatabanken, de ontwikkeling van Europese indicatoren en de productie van Europese beoordelingen. In dit kader is in 2015 het verslag “State of Nature in the EU” opgesteld, waarin de staat van instandhouding van de habitattypen van bijlage I van de Habitatrichtlijn op biogeografisch niveau wordt beoordeeld, zowel voor de lidstaten als voor de EU.
Het EMA onderhoudt een uitgebreide reeks indicatoren, gegroepeerd in milieuthema’s. Voor biodiversiteit beheert het EMA de indicatorenset die is ontwikkeld in het kader van het Streamlining European Biodiversity Indicators (SEBI)-proces. In deze context geeft de indicator SEBI 005 de staat van instandhouding van de in de habitatrichtlijn genoemde habitats weer.
Het EMA ondersteunt ook de ontwikkeling van het in kaart brengen en beoordelen van ecosystemen en ecosysteemdiensten (MAES), een actie ter ondersteuning van de uitvoering van doelstelling 2 van de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020, namelijk het ontwikkelen van een kennisbasis over ecosystemen en ecosysteemdiensten voor Europa. De ecosysteemtypologie die in MAES wordt gebruikt, is gebaseerd op de EUNIS-habitatclassificatie.
Outlook
Habitattypes in heel Europa op een vergelijkbare manier documenteren, monitoren en beoordelen is een instrument om beleidsbeslissingen te onderbouwen en te ondersteunen. Er loopt een procedure voor de herziening van de huidige EUNIS-habitatclassificatie, die naar verwachting vóór 2020 zal zijn afgerond. Het is de bedoeling de classificatie af te stemmen op de ontwikkelingen in de plantenecologie en gebruik te maken van de snel groeiende hoeveelheid onderzoeksgegevens over planten voor het in kaart brengen van habitattypes.
Relaties
- Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa
- Interpretatiehandboek van de habitats van Resolutie nr. 4 (1996)
- Emerald netwerk van gebieden van bijzonder belang voor de instandhouding
- Ecosystemen en habitats
- Interpretatiehandboek van de habitats van de Europese Unie
- Mapping and Assessment of Ecosystems and their Services (MAES)
- Crosswalks between European marine habitat typologies – Een bijdrage aan de MAES mariene pilot ETC/BD Technical paper N°1/2014
- Kaart van Europese ecosysteemtypen (op basis van EUNIS habitats)
- Terrestrische habitatkartering in Europa: een overzicht
- Vegetatie van Europa (Mucina et al., 2016)
- EUNIS-habitatclassificatie in Excel-formaat