Er zijn verschillende manieren om geneesmiddelen te groeperen of te classificeren. Eén manier is door geneesmiddelen te groeperen op basis van hun therapeutisch gebruik of hun therapeutische klasse, zoals antiaritmica of diuretica. Een tweede manier om geneesmiddelen te groeperen is op basis van hun dominante werkingsmechanisme. Omdat veel geneesmiddelen meerdere werkingsmechanismen hebben, is het soms moeilijk om het eens te worden over de indeling van een bepaald geneesmiddel. Niettemin wordt in de volgende lijst getracht de geneesmiddelen in te delen op basis van hun dominante werkingsmechanisme, of op basis van het mechanisme dat therapeutisch het meest relevant is voor hart- en vaatziekten. Door te klikken op de klasse van het geneesmiddel wordt een nieuw venster geopend met gedetailleerde informatie over die klasse en links naar specifieke geneesmiddelen.
- Adenosine receptor agonisten
- Aldosteron-receptorantagonisten
- Alfa-adrenoceptor agonisten (alfa-agonisten)
- Alfa-adrenoceptorblokkers (alfablokkers)
- Angiotensine-converterend enzym (ACE) remmers
- Angiotensine receptor blokkers (ARB’s)
- Beta-adrenoceptor agonisten (beta-agonisten)
- Beta-adrenoceptor blokkers (beta-blokkers)
- Calcium-kanaalblokkers (CCB’s)
- Centraal werkende sympatholytica
- Direct werkende vaatverwijders
- Diuretica (loop, thiazide, kaliumsparend)
- Endothelinereceptorantagonisten
- Fibrinolytica (trombolytica)
- Ganglionenblokkers
- Muscarinereceptorantagonisten
- Na+-K+- ATPase-pompremmers (hartglycosiden)
- Natriuretische peptiden
- Nitrodilatoren
- Fosfodiësteraseremmers
- Potassium-kanaalblokkers
- Kaliumkanaalopeners
- Renineremmers
- Natriumkanaalblokkers
- Natrium-kanaalblokker (late natriumstromen)
- Sympathomimetica
- Thrombolytica (fibrinolytica)
- Vasopressine-analogen