Interpreting Radar Images
Weather radars send out pulses of microwave energy and listen between the transmitted pulses for part of that the energy to be reflected back to the radar. Regendruppels en sneeuw produceren reflecties die sterker worden naarmate de grootte van de druppel of vlok toeneemt.
De eenheid van radarreflectievermogen is dbz. Hoge dbz-waarden (kleurenschaal rechts in het beeld) duiden op grote druppels en zware neerslag. Onze lus toont de signalen die de afgelopen uren door verschillende radars in het noordwesten zijn geregistreerd.
De dekking van het noordwesten van de Stille Oceaan door weerradars is bepaald niet uniform. De straal kan worden geblokkeerd door bergen, en sommige gebieden zijn gewoon te ver weg van een radar. Zo kan het op sommige plaatsen regenen (zoals aan de westkant van de Olympic Mountains) zonder dat dit op onze lus te zien is.
Weerradars kunnen ook de signalen oppikken van nabijgelegen objecten op de grond (ground clutter) en vliegende insecten. Zie http://www.wikipedia.org/wiki/Weather_radar voor een uitgebreidere bespreking.