Dementie van de ziekte van Parkinson (PDD) wordt gedefinieerd als veranderingen in denken en gedrag bij iemand met de diagnose van de ziekte van Parkinson (PD). PD is een ziekte die wordt gekenmerkt door geleidelijk progressieve problemen met bewegen, meestal gepaard gaande met vertraging van de bewegingen, een tremor die ook in rust aanwezig is, en instabiliteit bij het lopen, wat tot vallen kan leiden. PDD vertoont overeenkomsten met een verwante aandoening die dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) wordt genoemd en die ook veranderingen in denken, gedrag en beweging veroorzaakt, maar bij DLB beginnen de bewegingsproblemen na de denk- en gedragssymptomen.
Wat veroorzaakt PDD?
De oorzaak van PDD is onbekend. Wetenschappers weten dat er bij de ziekte van Parkinson een grote opeenhoping is van een eiwit, alfa-synucleïne genaamd, dat samenklontert tot “Lewy-lichaampjes”. Alfasynucleïne komt normaal voor in de hersenen, maar we begrijpen nog niet waardoor het zich in grote hoeveelheden ophoopt. Naarmate meer en meer eiwitten in de zenuwcellen samenklonteren, verliezen de cellen hun vermogen om te functioneren en sterven zij uiteindelijk. In een vroeg stadium van de ziekte tast het ziekteproces delen van de hersenen aan die belangrijk zijn voor de beweging, maar naarmate de ziekte vordert, raken uiteindelijk delen van de hersenen beschadigd die belangrijk zijn voor mentale functies zoals geheugen en denken.
Hoe is leeftijd gerelateerd aan PDD?
Zowel PD als PDD komen vaker voor naarmate men ouder wordt. De meeste mensen met PD krijgen bewegingsverschijnselen tussen de 50 en 85 jaar, hoewel sommige mensen al eerder tekenen vertonen. Tot 80% van de mensen met PD ontwikkelt uiteindelijk dementie. De gemiddelde tijd tussen het begin van de bewegingsproblemen en de ontwikkeling van dementie is ongeveer 10 jaar.
Wat gebeurt er bij PDD?
Mensen met PDD kunnen moeite hebben zich te concentreren, zich dingen te herinneren of een goed oordeel te vellen. Ze kunnen depressies, angsten of prikkelbaarheid ontwikkelen. Ze kunnen ook hallucineren en mensen, voorwerpen of dieren zien die er niet zijn. Slaapstoornissen komen vaak voor bij PDD en kunnen bestaan uit problemen met de slaap/waak-cyclus (overdag slapen en ’s nachts wakker zijn) of een “REM-gedragsstoornis”, waarbij dromen worden nagespeeld.
PDD is een ziekte die met de tijd verandert. Iemand met PDD kan vele jaren met de ziekte leven. Uit onderzoek blijkt dat iemand met PDD gemiddeld 5-7 jaar met de ziekte kan leven, hoewel dit van persoon tot persoon kan verschillen.
Zijn er medicijnen om PDD te behandelen?
Hoewel er nog geen genezing voor PDD bestaat, zijn er medicijnen die helpen de symptomen onder controle te houden. Deze medicijnen worden cholinesteraseremmers genoemd, en ze kunnen helpen als iemand met PDD geheugenproblemen heeft. Enkele voorbeelden van deze medicijnen zijn donepezil, rivastigmine en galantamine. Slaapproblemen kunnen worden behandeld met slaapmedicijnen zoals melatonine.
Omdat mensen met PDD meestal erg gevoelig zijn voor medicijnen, moet elk nieuw medicijn, zelfs een medicijn dat niet voor de hersenen wordt gebruikt, worden besproken met de zorgverlener van de persoon om mogelijke contra-indicaties te voorkomen.
Hoe kunnen we hallucinaties behandelen?
Het is misschien niet nodig om alle hallucinaties van een persoon met PDD te behandelen. Hallucinaties zijn vaak onschuldig, en het is goed om ze toe te staan, zolang ze niet storend of verontrustend zijn voor de persoon of de omgeving. Soms is het herkennen van de hallucinatie en dan van onderwerp veranderen een efficiënte manier om met frustraties om te gaan die ontstaan door een hallucinatie. Als hallucinaties een medische behandeling vereisen, kan uw arts enkele opties bespreken en voorstellen. Veel van de medicijnen die worden gebruikt om hallucinaties te behandelen, kunnen de bewegingssymptomen echter verergeren.
Hoe kunnen we de slaap/waak-cyclus van PDD ondersteunen?
Voor mensen met PDD die in de war zijn over de dag-nacht-cyclus, kunnen enkele dagelijkse strategieën nuttig zijn. s Nachts op hetzelfde tijdstip beginnen met een “licht uit” routine, waarbij alle gordijnen dicht gaan en de lichten uit, kan de persoon helpen te begrijpen dat het slaaptijd is. Overdag kan het helpen om de gordijnen te openen, de persoon met PDD zoveel mogelijk tijd in het daglicht te laten doorbrengen, dutjes te vermijden en stimulerende activiteiten te organiseren. Het hebben van veel kalenders en klokken in elke kamer kan ook helpen om de persoon met PDD minder te verwarren over de tijd.
Welke andere dingen helpen?
Er zijn verschillende manieren om een persoon met PDD te helpen. Logopedie kan helpen de communicatie tussen mensen met PDD en anderen te verbeteren. Fysiotherapie kan helpen stijve spieren te versterken en te strekken en kan vallen helpen voorkomen.
Onderzoek heeft aangetoond dat lichaamsbeweging de gezondheid van de hersenen helpt verbeteren en de stemming en algemene fitheid verbetert. Een evenwichtig dieet, voldoende slaap en beperkte alcoholconsumptie zijn andere belangrijke manieren om een goede gezondheid van de hersenen te bevorderen. Andere ziekten die de hersenen aantasten, zoals diabetes, hoge bloeddruk en hoog cholesterolgehalte, moeten ook worden behandeld als ze aanwezig zijn.