Cuba is een land dat bestaat uit het eiland Cuba, het Isla de la Juventud, en enkele kleinere archipels. Cuba ligt in het noordelijk Caribisch gebied op het punt waar de Caribische Zee, de Golf van Mexico en de Atlantische Oceaan samenkomen. Ten oosten van Mexico ligt Cuba ten zuiden van Florida en de Bahamas, ten westen van Haïti, en ten noorden van Jamaica. Havana is de grootste stad van Cuba, en is tevens de hoofdstad. Het eiland Cuba beslaat een oppervlakte van 40.543 vierkante mijl en heeft een bevolking van meer dan 11 miljoen mensen.
Cuba is een multi-etnisch land met een zeer diverse oorsprong, waaronder de inheemse Taíno en Ciboney volkeren, maar ook invloeden van het Spaanse kolonialisme, Afrikaanse slavernij, en de Sovjet-Unie.
Cuba is lid van de Verenigde Naties, de G77, de Beweging van Niet-Gebonden Beweging, de Groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, de ALBA en de Organisatie van Amerikaanse Staten. Het is een regionale macht in Latijns-Amerika en wordt wereldwijd als een middenmacht beschouwd. De economie drijft grotendeels op de export van suiker, tabak, koffie en vakmensen. Het land heeft een hoge menselijke ontwikkeling en staat op de achtste plaats in Noord-Amerika (67e in de wereld).
Hoe zit de overheid in elkaar?
Het politieke systeem van Cuba is sinds 1959 communistisch van aard, en is volledig gebaseerd op het principe “één staat – één partij”. Cuba is een marxistisch-leninistische socialistische staat, gestructureerd rond de politieke ideeën van Marx, Engels en Lenin. De Communistische Partij van Cuba wordt beschouwd als de “leidende kracht van de samenleving en van de staat”, en is in staat om het nationale beleid voor het land als geheel te bepalen.
De Cubaanse regering oefent de uitvoerende macht uit. Fidel Castro leidde Cuba tot februari 2008 – Castro bekleedde de titels van staatshoofd, regeringsleider, premier, eerste secretaris, en opperbevelhebber van de Cubaanse strijdkrachten. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de staatsveiligheid en -controle.
De grondwet bepaalt dat de eerste vicepresident van de Raad van State de taken van de president overneemt als deze ziek wordt of overlijdt. In 2006 delegeerde Castro zijn taken als president van de Raad van State, eerste secretaris van de Cubaanse Communistische Partij, en de post van opperbevelhebber van de strijdkrachten aan eerste vicepresident Raúl Castro.
Miguel Diaz-Canel volgde Raúl Castro in april 2018 op als president, waarmee effectief een einde kwam aan zes decennia van Castro-familieheerschappij in Cuba. President Diaz-Canel beloofde het eenpartijstelsel van de Cubaanse regering te handhaven nadat hij door het parlement tot president was gekozen.
Cuba’s gekozen wetgevende macht, de Nationale Vergadering van Volksmacht, heeft 612 leden die elke 5 jaar worden gekozen. De Assemblee bekrachtigt de besluiten van de uitvoerende macht. Gewoonlijk komt zij twee keer per jaar bijeen, maar zij is permanent belast met het toezicht op wetgevingskwesties zoals economie, industrie, vervoer en communicatie, bouw, buitenlandse zaken en defensie, volksgezondheid en binnenlandse orde. De Nationale Assemblee is ook verantwoordelijk voor de Commissies, Lokale Volksvertegenwoordigingen, Internationale Betrekkingen, Justitiële Zaken en de Administratie.
Toen aanhangers van het Varela Project in 2002 een wetsvoorstel met 11.000 handtekeningen indienden waarin werd opgeroepen tot een nationaal referendum, verzamelde de regering 8.
De volksdemocratie?
Cuba wordt een “volksdemocratie” genoemd, in plaats van een “liberale democratie” zoals die van westerse staten, waarmee kritiek op zijn politieke systeem wordt verworpen.
Diegenen die zich tegen Cuba verzetten, hebben het politieke systeem van het land als ondemocratisch bestempeld. De Cubaanse regering heeft de Verenigde Staten er vaak van beschuldigd dat zij proberen hun politieke ontwikkeling te beïnvloeden (wat ook vaak het geval is geweest). Anderen hebben het Cubaanse politieke systeem beschreven als volledig ondemocratisch in termen van mensenrechten, terwijl anderen nog een stap verder zijn gegaan en het een dictatuur hebben genoemd. Voorstanders van de Cubaanse regering omschrijven het positief als een grassroots, gecentraliseerde, of revolutionaire democratie.
Het Cubaanse regime is vergeleken met de Noord-Koreaanse totalitaire staat die werd geregeerd door Kim Jong-il en Kim Il-sung.
Een interessant kenmerk binnen Cuba is de opname van de Comités voor de Verdediging van de Revolutie (CDR), een netwerk van buurtorganisaties dat zich over heel Cuba uitstrekt en waarvan de meerderheid van de Cubanen lid is. De organisaties zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van campagnes (zoals opvoedkundige of medische campagnes) op nationaal niveau, en nemen ook de taak op zich om “contrarevolutionaire” activiteiten aan te geven. CDR-functionarissen zouden de activiteiten van elke persoon in hun blok volgen.