Abstract
PIP: De mens heeft eeuwenlang geprobeerd de vruchtbaarheid te controleren. Primitieve, preliterate samenlevingen beoefenden kindermoord en abortus. Toen primitieve vrouwen de voordelen van conceptiebeheersing inzagen, probeerden zij, waar mogelijk, anticonceptie te gebruiken. In de 4e eeuw v. Chr. pleitten Plato en Aristoteles voor een één-kind-gezin. In de Griekse medische literatuur werd melding gemaakt van een hol buisje dat via de baarmoederhals in de baarmoeder werd ingebracht en van een drankje als voorbehoedsmiddel. Islamitische artsen hadden veel kennis over conceptiebeheersing. De houding ten opzichte van anticonceptie. In de 5e eeuw v. Chr. veroordeelde de heilige Augustinus anticonceptie, zelfs bij gehuwde paren. Het condoom ontstond in de vroegmoderne periode. Toch werden ze meestal gedragen ter bescherming tegen ziekten, b.v. bilharzia in Egypte en syfilis in Europa. Het baarmoederhalskapje en het pessarium zijn voorbeelden van occlusieve pessaria. Tegen 1880 werd reclame gemaakt voor voorbehoedsmiddelen en zaaddodende middelen. In 1928 kwam het spiraaltje bij de bestaande voorbehoedsmiddelen. Tegenwoordig hebben we gecombineerde orale anticonceptiemiddelen. De Joodse wet eist van de man dat hij de seksuele behoeften van zijn vrouw bevredigt, los van zijn plicht om zich voort te planten. De judaïsche wet roept ook mannen op, niet vrouwen, om zich voort te planten en verbiedt mannen om te masturberen, dus de judaïsche wet verbiedt vrouwen niet om voorbehoedsmiddelen te gebruiken. De Rooms-Katholieke kerk verbiedt het gebruik van voorbehoedsmiddelen omdat het een zonde tegen de natuur is. Sommige protestantse kerkgenootschappen hebben het gebruik van voorbehoedsmiddelen toegestaan. De islamitische wet stelt dat kinderen een geschenk van Allah zijn. Sommige moslims geloven dat zij veel kinderen moeten krijgen, maar Allah en de profeet stellen dat kinderen recht hebben op onderwijs en toekomstzekerheid. Deze rechten stellen paren in staat zwangerschap te voorkomen. Hindoeïsme noch boeddhisme verbieden het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Verschillen in de communicatie tussen man en vrouw, sekserollen, toegang tot voorbehoedsmiddelen en traditionele gezinswaarden zullen een groter effect hebben op het gebruik van voorbehoedsmiddelen en de vruchtbaarheid dan theologische belemmeringen of de sociale klasse van religieuze groepen.