Dokters gebruiken stadiëring om de progressie van chronische lymfatische leukemie (CLL) te voorspellen en een geschikt behandelingsplan te ontwikkelen. Twee stadiëringssystemen, het Rai systeem en het Binet systeem, zijn over de hele wereld gebruikt. In 2016 werd een nieuw prognostisch model, de CLL International Prognostic Index (CLL-IPI), uitgebracht, waardoor een meer gericht beheer van CLL mogelijk is.
Stageringssystemen voor CLL houden rekening met:
- Aanwezigheid van abnormale toename van het aantal lymfocyten (lymfocytose)
- Aanwezigheid van vergrote lymfeklieren
- Aanwezigheid van vergrote milt en/of lever
- Aanwezigheid van anemie (abnormale afname van het aantal rode bloedcellen)
- Aanwezigheid van trombocytopenie (abnormale afname van het aantal bloedplaatjes)
Rai stadiëringssysteem
Het Rai stadiëringssysteem deelt CLL in drie afzonderlijke risicogroepen in.
Stadium | Karakteristieken | ||
Laag Risico |
|
||
Intermediair risico |
|
| |
|
Hoog risico |
|
Binet-stadiëringssysteem
Het Binet-stadiëringssysteem deelt CLL in drie stadia in.
Stadium | Karakteristieken |
A Stadium |
|
B Stadium |
|
C-stadium |
|
CLL International Prognostic Index (CLL-IPI)
De CLL-IPI combineert genetische, biochemische en klinische parameters om patiënten in vier prognostische risicogroepen in te delen. Vijf onafhankelijke prognostische factoren werden geïdentificeerd:
- TP53 verwijderd of gemuteerd = 4 punten
- Genouteerd IGHV = 2 punten
- RAI I-V of Binet B-C = 1 punt
- Patiënt leeftijd > 65 jaar = 1 punt
De CLL-IPI geeft behandeladviezen per risico-roup op basis van het puntensysteem.
CLL-IPI-categorie | Risicoscore | Behandelingsaanbevelingen |
Laag risico | 0-1 | Niet behandelen |
Intermediair risico | 2-3 | Niet behandelen tenzij de ziekte zeer symptomatisch is |
Hoog risico | 4-6 | Behandelen tenzij de patiënt asymptomatisch is |
7-10 | Als besloten wordt om te behandelen, gebruik dan nieuwe middelen of behandeling in een klinisch onderzoek in plaats van chemotherapie |