Clara Schumann, née Clara Josephine Wieck, (geboren 13 sept. 1819, Leipzig, Saksen – overleden 20 mei 1896, Frankfurt am Main, Ger.), Duitse pianiste, componiste en echtgenote van de componist Robert Schumann.
Aangespoord door haar vader studeerde zij vanaf haar vijfde jaar piano en in 1835 had zij in heel Europa een reputatie opgebouwd als wonderkind. In 1838 werd ze door het Oostenrijkse hof geëerd en werd ze ook gekozen in de prestigieuze Gesellschaft der Musikfreunde (Vereniging van Muziekvrienden) in Wenen.
Ondanks sterke bezwaren van haar vader trouwde ze in 1840 met Schumann en tussen 1841 en 1854 kregen ze acht kinderen. Hoewel familieverplichtingen haar carrière beperkten, gaf ze les aan het conservatorium van Leipzig, componeerde ze en toerde ze regelmatig.
Beginnend in 1853 ontwikkelden de Schumanns een hechte professionele en persoonlijke vriendschap met de componist Johannes Brahms, die Clara ook na de dood van haar man in 1856 onderhield. Zij redigeerde de verzamelde uitgave van de werken van haar man (gepubliceerd 1881-93). Haar eigen composities omvatten werken voor orkest (waaronder een pianoconcert), kamermuziek, liederen, en vele karakterstukken voor piano solo.