Central serous chorioretinopathy (CSCR) is een belangrijke oorzaak van visusbedreiging bij mannelijke personen van middelbare leeftijd. Multimodale beeldvorming leidde tot de beschrijving van een breed scala van CSCR manifestaties, en benadrukte de bijdrage van het choroid en pigment epithelium in CSCR pathogenese. De exacte moleculaire mechanismen van CSCR zijn echter onzeker gebleven. Het doel van dit overzicht is om de klinische kennis van CSCR weer te geven, met nadruk op de meest recente bevindingen over epidemiologie, risicofactoren, klinische en beeldvormende diagnose, en behandelingsmogelijkheden. Het geeft ook een overzicht van de nieuwe mineralocorticoid pathway hypothese, van diergegevens tot klinisch bewijs van de biologische werkzaamheid van orale mineralocorticoid antagonisten bij acute en chronische CSCR patiënten. Bij knaagdieren heeft activering van de mineralocorticoid pathway in oogcellen, hetzij door intravitreuze injectie van zijn specifieke ligand, aldosteron, hetzij door over-expressie van de receptor specifiek in het vasculaire endotheel, oculaire fenotypes geïnduceerd die veel kenmerken van acute CSCR vertonen. Moleculaire mechanismen omvatten expressie van het calcium-afhankelijke kalium kanaal (KCa2.3) in het endotheel van choroidale vaten, wat vervolgens vasodilatatie induceert. Inadequate of over-activering van de mineralocorticoid receptor in oogcellen en andere weefsels (zoals hersenen, vaten) zou CSCR in verband kunnen brengen met de bekende co-morbiditeiten die bij CSCR patiënten worden waargenomen, waaronder hypertensie, coronaire aandoeningen en psychologische stress.